Deze foto is gemaakt in augustus 2019 tijdens een expositie van door Carel gemaakte schilderijen in Myllesweerd in Mill. (Foto: Cockie Kremers)

Grote schrik en ongeloof toen twee jaar geleden muzikale held Henny Vrienten het leven liet. De kranten stonden er vol mee en iedereen roemde de Tilburger om zijn kwaliteiten. En terecht! Hoe anders is dat bij Carel Copier, het tweede Doe Maar-lid uit Mill dat vorige week het aardse bestaan heeft geruild voor het eeuwige leven. Carel wie?

Carel Copier stond eind jaren zeventig samen met Jan Hendriks, Ernst Jansz en Piet Dekker aan de wieg van Doe Maar. Copier speelde in de jaren daarvoor met dorpsgenoot Hendriks in Steam. Via de reggae-formatie De Rumbones kwamen de twee Millenaren in contact met Ernst Jansz die samen met Piet Dekker de gelegenheidsband Foels Bent Doe Maar op had gericht. Het was een soort theater act die als huisband het Festival of Fools in 1978 zou gaan opluisteren.

Het was Carel Copier die de naam ‘Doe Maar’ bedacht toen hij samen met Jan Hendriks, Ernst Jansz en Piet Dekker besloot na het festival als bandje door te gaan. Ze hadden in die beginjaren vier tot vijf optredens per week en kregen 100 gulden per man. Toch werkte het niet en dus besloot Piet Dekker de band te verlaten. Om de laatste contractuele verplichtingen af te ronden benaderde Ernst zijn muzikale maat Henny Vrienten met wie hij in De Rumbones had gespeeld. De rest is geschiedenis.

Credits

Hoewel Carel Copier veel credits verdient voor die eerste jaren van Doe Maar en de sound waarmee de band bekend zou worden, heeft hij nooit van het succes kunnen profiteren. Hij drumde nog wel op Skunk, het doorbraak-album van Doe Maar, maar verliet de band net voordat ’32 jaar’ een hit werd. Zijn overlijden bracht me weer wel even naar die beginjaren en de eerste twee platen.

“Vraag me niet waarom de wind waait. Vraag me niet waarom een wolk voorbij gaat. Vraag me niet waarom ik als een wolk wil zijn. Vraag me niet waarom, vraag me niet waarom. Als de morgen komt, als de morgen komt, als de morgen komt.” (Als de morgen komt - Doe Maar)

In die beginjaren en dan met name op de debuutplaat ‘Doe Maar’ was het geluid van de band nogal divers. Daardoor is het niet mijn favoriete plaat geworden, hoewel er in sommige nummers zeker al het geweldige Doe Maar geluid van de jaren daarna te horen is. Luister bijvoorbeeld maar eens naar ‘Hé hé’ en het tweede deel van ‘Het leven gaat door - Er verandert niks’: echt gaaf. Zeker ook het drumwerk van Copier is hier van hoog niveau: hij was toen de beste reggae-drummer van het land.

“Er komt een nieuwe oorlog dat staat in de krant. Het zijn maar een paar woorden maar wat is er toch in Godsnaam aan de hand. En je piekert en je piekert en je piekert en je komt dan slaap te kort.  En de nacht is nog zo lang. Hé hé, hé hé.” (Hé hé - Doe Maar)

Als zanger liet Copier zich af en toe ook horen. Zijn typerende stem komt terug in nummers als ‘Verdomme ik doe het wel alleen’, ‘Wees niet bang voor mijn lul’ en ‘Er verandert niks’, maar het best komt hij tot zijn recht in ‘zijn’ nummers van Skunk: ‘Te laat’ en ‘Nix voor jou’. Henny Vrienten noemde hem tijdens een van de reünie-concerten ‘een van de beste zangers van Nederland’. Die mening deel ik niet, maar zijn stem ‘rammelt’ en is daardoor wel lekker om naar te luisteren.

“Als ik arriveer gebeurt het telkens weer. Ik heb m’n tanden gepoetst en m’n haar zit goed. Ja al die ogen kijken mij dan aan, vragen: waar kom jij vandaan?  Ik kom altijd te laat (altijd te laat), ik kom altijd te laat (altijd te laat), ik kom altijd te laat.” (Te laat - Doe Maar)

Gemiste kans

Met het overlijden van Carel Copier stopt er weer een stukje muziekgeschiedenis. Zonder Copier was er geen Doe Maar geweest, dus dat ene kolommetje in de krant is mijns inziens een gemiste kans. Ik zet zijn beste nummer ‘Nix voor jou’ nog maar een keer op en waan me weer even in het begin van de jaren tachtig. Als 6-jarig jongetje zong ik alle nummers van die iconische plaat Skunk mee. Fonetisch, dat wel, maar ik kende alles uit mijn hoofd en het kan niet anders dan dat mijn broer en ouders er gek van werden. Toen niet wetende dat die nummers eeuwigheidswaarde bleken te hebben…

“s Morgens vroeg en ik zoek naar m’n sokken, poets mijn tanden en ik trek mijn kleren aan. Drink mijn koffie uit en dan ben ik vertrokken. Het is nu echt de hoogste tijd om maar te gaan. Meisje ik ben nix voor jou (nee nee nix voor jou), meisje ik ben nix voor jou (nee nee nix voor jou). Oh, meisje ik ben nix voor jou (nee nee nix voor jou), meisje ik ben nix voor jou (nee nee nix voor jou)” (Nix voor jou - Doe Maar)

Het ‘Bandje in de wolken’ waarover Henny Vrienten net voor zijn dood zong heeft er een geweldige drummer bij. Ik kijk uit naar de eerstvolgende onweersbui met het prachtig samenspel van Carel op drums en Henny op zijn bas vanuit de hemel: er verandert niks…

Tekst: Marcel Donks, muziekliefhebber uit Waspik