De zomer is nu echt begonnen! Zonnetje schijnt, koetjes grazen, en de vogels fluiten zich een ongeluk. De reekalfjes lopen al gedwee met moeders mee naar waar moeders ze dan ook heenbrengt in al haar wijsheid.

De bijtjes verzamelen overal nectar, het wordt een rijk seizoen denk ik voor hen. Dus lekker veel honing straks. Overal op Tongelaar zien we mooie kruiden tot bloei komen. Waar op veel plekken de bermen af en toe nog erbermelijk saai zijn, kleuren de bermen op Tongelaar door o.a. Rapunzelklokje, Knoopkruid en Fluitekruid mooi op. Gelukkig schakelen steeds meer gemeentes, waaronder Land van Cuijk, over op wat dan duur heet ‘ecologisch bermbeheer’. Dat betekent vooral: niet alles in 1 keer maaien en het maaisel afvoeren, zodat de bermen langzamerhand verschralen. In de natuur geldt immers: hoe schraler de bodem, hoe rijker de plantengroei. Verheugend om te zien … mag nog wel een tandje bij denk ik soms. Toch zijn er ook nog steeds veel mensen die het er ‘onverzorgd’ uit vinden zien. Soms pakken ze zelfs zelf de zitmaaier en maaien het strak kaal nadat de gemeente langs is geweest. Dat mag helemaal niet, maar gebeurt toch. De gemeente zou daar maar eens een punt van moeten gaan maken. Waar de verkeersveiligheid niet in het geding is, moeten kruiden kunnen uitbloeien tot ze zaad hebben gezet. Anders wordt het nooit wat. Ik moet zeggen dat ik al met al onze gemeente toch steeds mooier vind worden. Tongelaar is natuurlijk al (erg) mooi en maken we steeds mooier, maar ik bedoel ook daarbuiten. Er gebeurt veel goeds in het buitengebied. Er worden heggen geplant (ook door boeren, en particulieren) en poelen gegraven. Lanen worden aangeplant en bloemstroken tieren welig. En de bermen worden wat minder saai dus. Zo wordt onze gemeente langzamerhand een stukje kleuriger, levendiger, en … niet onbelangrijk: leefbaarder voor ons allemaal. De gemeente heeft ambitieuze plannen voor natuur en landschap in haar nieuwe Natuurvisie. Dus we gaan de goeie kant op. Ik moet eerlijk bekennen dat ik in het begin wel even moest wennen aan het landschap hier. Ik kom uit de ‘Groesbeekse heuvels’ en daar is het ontegenzeggelijk erg mooi. In het begin toen ik hier kwam wonen zei een vrijwilliger op Tongelaar tegen mij: “Welkom in Oost-Brabant, jongen. Land van varkens en Volkel”. Volkel hoor ik elke week (zoals wij allemaal) en de varkens ruik ik ook. Allebei zijn misschien ook gewoon deel van de identiteit hier, men is er gewend aan, worden ook boterhammen mee verdiend. Wel mooiste als de varkens ook naar buiten kunnen natuurlijk. Je ziet ze eigenlijk nooit, je ruikt ze alleen. Volkel zullen we het maar niet over hebben. Maar: al met al begin ik steeds meer van deze streek (en meer precies: Mill) te houden. Dat komt zeker ook door de mensen hier. Ik zal een geheimpje verklappen als ervaringsdeskundige: die zijn hier veel leuker dan in Groesbeek. Dat taaie volk daar. Hier zwaait men naar elkaar in de supermarkt en kom ik heel vaak mensen tegen die ik ken. Men helpt elkaar. Er gebeurt van alles leuks. Pluim voor iedereen dus. Laten we het gezellig houden, in de rest van Nederland is het vaak al ongezellig genoeg. Ik vloog 2 weken geleden met een Engelse vriend in een luchtballon over Langeboom, Tongelaar, Mill, Maasheggen en richting Gennep. Was met Paschal Noor van Ballonvaren Grave, mooie vent. Van die mooie groene ballonnen. Schitterend. Kan ik iedereen aanraden. We waren het er allebei over eens: wie hier woont is hier goed geland. 

Boswachter Gijs