Wat kun je van een Stamboomcafé verwachten? Dat een aantal serieuze en saaie mensen stoffige archieven doorzoeken en oude documenten bestuderen? Nou, dat zeker niet, want het blijkt een vrolijk gezelschap te zijn, de woensdagmiddag-groep van Jo van Soest, de begeleider van het café.
Jo was 8 jaar geleden één van de oprichters van het Stamboomcafé en inmiddels zijn er jaarlijks 3 of 4 groepen.
De deelnemers zijn afkomstig uit Mill, Langenboom, Gassel, Ravenstein en Kranenburg en zijn alles behalve dan saai. Humor typeert de sfeer. “We zijn dan wel un café, maar er zijn geen plèkkers!”
Ze werken met het computerprogramma Aldfaer, een gratis en gebruiksvriendelijk Nederlandstalig systeem om je stamboomgegevens vast te leggen. Jo maakt de deelnemers wegwijs en legt stap voor stap alle mogelijkheden uit.
Eén van de hobby-genealogen is van jongs af aan geïnteresseerd in stamboomonderzoek en is al 40 jaar bezig zijn eigen stamboom te ontrafelen. Hij is al tot ongeveer het jaar 1320 gekomen, mede omdat hij een “aansluiter” vond, die al veel uitgezocht had. Door de digitalisering van archieven en documenten en de betere toegankelijkheid tot diverse instanties wordt het steeds gemakkelijker om informatie te vinden. “Het werkt verslavend”.
Een andere deelneemster had een schoenendoos vol met familiefoto’s en vooral bidprentjes. Ze wilde hierin orde scheppen en het familieverhaal vertellen.
Jo geeft ook altijd informatie over het tijdsbeeld, zodat je een indruk krijgt van het leven van je voorouders. Zo vertelt hij een verhaal over freule Marianne Evers von Aldendriel (1804-1878), die waarschijnlijk de maîtresse van koning Willem II was en naar de geruchten verluiden al op jonge leeftijd 2 kinderen van hem gebaard heeft. Zij was door schenking en overerving in het bezit gekomen van kasteel Aldendriel, waaraan zij ook haar naam ontleed had. Regelmatig zal zij zich met haar koets begeven hebben op de Millse wegen en paden. “Dus onze voorouders uit Mill moeten haar in die tijd toch ooit gezien hebben.”
Een andere deelnemer heeft zijn stamboom kunnen uitwerken tot het jaar 1140 en hij is net als de anderen van plan om alle gevonden informatie te verwerken in een boek. Ze proberen er thuis ook zoveel mogelijk aan te werken en Jo kan hen tijdens de maandelijkse workshop bij bepaalde knelpunten helpen. Ze geven elkaar tips over nieuwe mogelijkheden en zo blijkt het Gelders Archief weer geactualiseerd te zijn. Ze raadplegen bevolkingsregisters, de burgerlijke stand, het BHIC-archief (Brabants Historisch Informatie Centrum) en diverse andere instanties. De DTB-boeken zijn ook zeer handig, want in deze registratie van de kerken staan alle gegevens wat betreft Doop, Trouwen en Begraven vermeld.
“Ik dacht, dat ik tijd over had en vond stamboomonderzoek wel interessant”, zegt iemand. Al jaren is ze bezig om haar familiegeschiedenis in kaart te brengen. Een tijdrovende bezigheid. Het moeilijkste vindt ze om te zien hoeveel kindjes er doodgeboren werden of al op jonge leeftijd zijn overleden. Het is toch familie. En zo’n hoog kindersterftecijfer zegt weer iets over het tijdsbeeld.
Wilt u ook uw familie onderzoeken, meld u dan aan bij het Stamboomcafé. Zin om mee te doen? Is nu mogelijk, er komen enkele plaatsen vrij:
