Vrijdagochtend 22 april, ik zit in mijn auto op weg naar een afspraak bij de dokter in Mill. Ik zit nog een beetje na te mijmeren over de recente dood van mijn meest favoriete artiest Prince terwijl ik over de Beerseweg rij.
Als ik ter hoogte van het landschapspark kom zie ik in mijn linkerooghoek een torenkraan opgebouwd staan, dit trekt mijn aandacht. Ik kijk nog eens goed en ik zie tot mijn grote schrik dat de torenkraan bezig is takken uit de rode beuk van kasteel Aldendriel te hijsen. Ik kan dit niet geloven, het zal toch niet waar zijn!
Ik zie het goed: de monumentale rode beuk van Aldendriel wordt gesloopt!
Ik kook van woede, weten ze wel hoe bijzonder die boom is. Dit is een monument! Ik realiseer mezelf dat dit onomkeerbaar is, en ik rijd vooral erg boos door naar de huisarts. Ik zit met een enorm rothumeur, helemaal van slag, in de wachtkamer. Het doktersbezoek is gelukkig weer snel voorbij en ik knal terug naar de plek des onheils. De boom is al half gesloopt, ik zie de stukken eruit getakeld worden, het komt over als een lichaam met geamputeerde ledematen. Ik ben er helemaal misselijk van en stap met een stuurse tred rond de werkplek om foto’s te maken.
Ik ken de boom al jaren, ik woon sinds 1994 in Mill. Dit is de mooiste rode beuk die ik ken in de hele omgeving, die zo idyllisch voor het kasteel staat en zo oud is. Vanuit mijn professionele achtergrond weet ik ook dat de boom niet perfect gezond is (was). Ik heb de boom in ruim 20 jaar, stukje bij beetje terug zien gaan in blad ontwikkeling. Maar ik weet ook, omdat ik in het bomenwereldje al een aardig tijdje mee loop en van bomen onderzoeken mijn vak heb gemaakt, dat dit proces een erg traag proces is en nog héél lang kan duren. Laat een ding duidelijk zijn: ik ben geen boomknuffelaar en onder de vakbroeders één van de meest nuchtere verschijningen. Als veiligheid van mensen of hun woonomgeving in het geding is, moet je ingrijpen en maatregelen nemen. Daar sta ik voor. Dat was echter hier nou net niet het probleem. Ja, er zaten dode takken in, maar die kun je simpelweg eruit snoeien en dat over 5 jaar nog maar eens doen. Ja, er zat in de stamvoet een houtrot veroorzakende zwamaantasting, maar die zat er ook al in toen ik met mijn kinderen 15 jaar geleden foto’s maakte bij deze boom. Zwammen en oude bomen zijn onafscheidelijk en de ontwikkeling van de zwam was zo beperkt dat er nauwelijks rot in de onderstam was ontstaan dus breuk of kiepen was absoluut niet aan de orde. Ja, de conditie liep terug maar dat had de boom nog wel meer dan 15 jaar vol gehouden.
Als het onderste stamstuk op de grond ligt kan ik erbij om de jaarringen te tellen. Ik ben inmiddels iets afgekoeld en neem het boomrooi bedrijf niks kwalijk, zij voeren slechts de wil van de opdrachtgever uit. De zager staat er met een dubbel gevoel bij en baalt ook van de sloop van dit monument.
Ik kan de gave onderstam van meer dan 150 cm diameter goed bekijken en ga eens op mijn gemak de jaarringen tellen. Leuk, ik lees hiermee de geschiedenis van de boom en zie de extreem droge zomers van de jaren 70 terug als 10 groeiringen (jaren) met hele slechte groei. Ik tel tot de tweede wereldoorlog, ik kruis de periode van de eerste wereldoorlog, de wisseling van de 19e eeuw. Het word wat waziger in de kern en de boomzager is zelfs zo vriendelijk een stuk glad te zagen om de kern te kunnen bekijken. In het midden van de boom ben ik terecht gekomen op het moment van ontkiemen van dit monument, ik ben in het jaar 1865!
Shit man ACHTIEN HONDERD VIJF EN ZESTIG! Dit is toch heel wrang, mijn over-overgrootouders zouden deze boom gekend kunnen hebben. Deze boom stamt uit een tijd die we in musea diep respecteren. Op 22 april 2016 hebben we in Mill een stuk historie om zeep geholpen.
Het spookt door mijn kop, wat is dat dan wat mij zo hevig raakt? Is zomaar afzagen dan typisch voor het platteland? Ik weet ook dat je emotioneel meer met je leefomgeving betrokken bent, dus ben ik nog wel reëel in mijn gevoelens? Ik kijk om me heen en zie, buiten het landschapspark om, erg weinig bomen in het centrum van Mill. Ik zeg wel eens gekscherend dat in Mill de kop van de boom eruit moet, of de hele boom weg wanneer deze boven de dakgoot uitkomt. Kennen we de waarde van bomen dan niet? Of ben ik dan maar die huilebalk die niet zo moeilijk moet doen? Tis toch mar unne bom!
Of mijn gevoelens nou reëel zijn of niet, er is veel te zeggen voor het behoud van bomen. Momenteel werk ik steeds meer aan het beperken van de gevolgen van klimaatverandering en bedenk oplossingen hoe bomen aan een beter leefklimaat kunnen bijdragen. Het is simpel: we hebben bomen nodig en kunnen niet zonder! Ook in de bebouwde omgeving hebben we bomen hard nodig, want het is er anders steeds onaangenamer in de zomers. Laat nou volwassen bomen alle ecosysteem functies optimaal vervullen, omdat ze door hun vaak enorme volume het meeste bijdragen. Deze bomen moet je vooral koesteren, daarbij zijn ze ecologisch ook het meest interessant. Het mooie is: ze zijn duurzaam en overleven ons mensen met gemak als we ze maar laten staan!