Foto: Pieter Smits

Op zondag 2 april vertrok Paul Selten (toen 58 jaar) vanuit de Frederiksweg in Mill voor een wandeltocht naar Santiago de Compostella. Na 108 dagen lopen waarbij hij ruim 3000 kilometer aflegde, arriveerde hij daar.

Waarom

Ruim 3000 kilometer lopen door weer en wind, waarbij hij 2 keer een hittegolf mee heeft gemaakt met temperaturen van 37 graden, kan de eerste vraag alleen maar zijn: waarom doe je dit? “Het is dertig jaar geleden dat ik een televisieprogramma heb gezien waarin jongelui naar Spanje mochten wandelen in het kader van een heropvoedingstraject. Die jongens maakten er zo’n zooitje van. Ik dacht toen, ik wil daar ook een keer naar toe lopen, want ik moet werken en zij krijgen in mijn ogen een gratis vakantie aangeboden.” En dat moment was nu aangebroken. Paul: “Nu had ik de tijd omdat mijn werk in Nijmegen gestopt is. Ik ben gezond, ik kon het doen en vandaar dat ik nu de kans heb aangegrepen deze tocht te maken.”

Voorbereidingen

Paul had al dertig jaar het idee om ooit deze pelgrimstocht te maken, dus de voorbereidingen vielen mee. “Ik heb in het verleden al veel boeken hierover gelezen, programma’s bekeken en ook routes bestudeerd. De laatste maanden voor mijn vertrek heb ik veel op internet gekeken naar bijvoorbeeld overnachtingsmogelijkheden. Daarnaast ben ik nog een weekendje naar Vessem geweest, daar geven ze informatie aan mensen die deze tocht willen gaan doen.” Dat dan op het gebied van routes, eten, overnachtingen en waar je rekening mee moet houden.

Tocht

De tocht liep Paul grotendeels alleen. Vooral in België en Noord-Frankrijk. “Op een gegeven moment kom je op routes waar meer pelgrims lopen. Je loopt dan wel alleen, maar ’s avonds kom je andere wandelaars weer tegen en ga je samen uiteten of een pilsje drinken. Dat is wel gezellig.”
Tijdens deze tocht deed Paul veel indrukken op. “Wat mij bijvoorbeeld is opgevallen, is dat Noord-Frankrijk zo arm is. Vooral de overgang tussen arm en rijk was erg schrijnend. Op een gegeven moment liep ik 25 kilometer in een streek waar alles verlaten is. Daar woont helemaal niemand, alle dorpen zijn uitgestorven. Ik stak er een brug over en daar kwam ik in de champagnestreek. Dan is er rijkdom.”

Santiago de Compostella

Op 11 juli vierde Paul zijn 59e verjaardag en op 18 juli kwam hij aan in Santiago de Compostella. Daar werd hij opgewacht door zijn vrouw Nellie, broer en schoonzus. Zij waren naar Santiago gevlogen. Paul: “Voor een echte pelgrim zijn de laatste 50 kilometer eigenlijk niet de leukste. Het is er dan druk, veel jeugd en best commercieel. De laatste 300 meter ging het wel echt kriebelen. Dan ben je er, Nellie stond er te wachten, dat is een bijzondere ervaring om dan het plein op te lopen.” Samen met Nellie liep Paul vervolgens nog naar Finisterre, het einde van de wereld, waar hij zijn wandelshirt verbrandde. Dit is een traditie voor pelgrims.

Interview

Op woensdag 26 juli was Paul weer thuis. Corné Kremers bracht samen met cameraman Pieter Smits een bezoek aan Paul en sprak met hem over zijn wandeltocht. Het hele interview is binnenkort te zien bij de Lokale Omroep Mill en in de rubriek video op www.inmill.nl.