Wat zien of horen we toch slecht en nemen alleen op waar onze aandacht naartoe gaat, en dat is soms bitter weinig. Afgelopen week werd ik daar weer eens mee geconfronteerd en fijnzinnig op dit, soms toch niet misverstane slordigheidje, van mij en de ander... gewezen.
Tien over acht in de ochtend ging de telefoon. Wie mocht dat nu zijn? Zou er iets met moeder... nee, Daan aan de telefoon. Hij viel direct met de deur in huis zodat ik vermoedde dat deze gedachte al langer speelde en hij er waarschijnlijk een slapeloze nacht van had gehad. ‘De ceremonie duurt vier uur’ zei hij ‘want om half zes hebben we pas het diner.’ Ik wist van niets want ik had mijn kaart voor de aankondiging van het huwelijk van mijn jongste zoon aan hem gegeven. Hij had door de zenuwen van zo’n druk evenement waar hij alles behalve op zat te wachten, het verkeerde adres gegeven en nooit geen kaart ontvangen. Dus mijn uitnodiging lag nu bij Daan en ik kon niet meelezen. ‘ Vier uur?’ zei ik tegen hem. ‘ Zo lang zal: Ja ik wil, toch niet duren. Dat heb je in een paar seconden gezegd.’ ‘Ja maar de ceremonie duurt vier uur.’ Ik stond met de mond vol tanden want ja... ik had geen kaart. ’Daar zullen we het aankomende weekend wel over hebben, dan kunnen we alles vragen’ antwoordde ik hem want dan zagen we elkaar vanwege mijn verjaardag.’ Dat duurt te lang’ antwoordde Daan. ‘Ik wil hem eerder spreken.’ Ik begreep dat ‘ het probleem’ het vraagstuk, dan een hele week door zijn hoofd heen speelde. Hoewel spelen een verkeerde uitleg is want je kunt beter spreken over ramptoerisme. Telkens weer kijken naar ‘de ramp’ en er niets mee kunnen omdat je er niets van begrijpt. ‘Wellicht is het een idee’ opper ik ‘om hem een WhatsApp berichtje te sturen en misschien antwoord hij je vanmiddag (onder zijn lunch pauze) al.’ Mijn drukbezette zoon kent zijn broer en zijn onzekerheden en zijn gestructureerde leven als de beste.
‘Ik wil ook zo’n mooie plant’ zei mijn moeder toen ze die bij mijn zoon zag staan. Het ging om de Calathea crocata `Tassmania` ofwel: De eeuwige vlam. Hoe mooi is het als je zo’n wonderschone naam hebt gekregen en hij zat ook nog in zo’n mooie bloempot. Groen met een oranje randje, precies zoals de kleur van ‘de vlam’. Dus wij naar het tuincentrum waar de plant gekocht was en al gauw zagen we hem staan. ’Ik wil niet zo’n oranje pot, dat is toch oerlelijk!’ zei ze terwijl ik door de winkel speurde, op zoek naar een groen potje met oranje rand. En die hadden ze niet. Maar wel een groen potje en toen ik daar de plant inzetten kwam de binnenpot net iets boven het groene potje uit. Een groene pot met een oranje rand. Slordig, slordig dat we dat niet bij mijn zoon gezien hadden.
Later die week was mijn moeder een foto kwijt op de Frameo (digitale fotolijst) en die wilde ik wel even terug zetten voor haar. En dat had ik inderdaad mooi gedaan maar de rest had ik per ongeluk verwijderd. Meer dan honderd foto’s kwijt, iet wiet waai weg. Ik kon ze nergens meer terug vinden. Slordig, maar... kun je weer gewoon aan een mooi nieuw lijstje beginnen. ‘Dan moeten we opnieuw op vakantie’ zei mijn broer. ‘Want ja de foto’s zijn kwijt dus die moeten we even opnieuw maken.’
Ik wil niet te veel aan het woordje slordig denken want ik geloof dat ik van slordigheid aan elkaar hang. Dat had ik eerder nog niet zo gezien, maar het heeft ook wel wat.
Tilly Gerritsma