Toen ik naar buiten kwam van de bakker en het hoekje omging zag ik het al direct. Een loei van een vrachtwagen met aanhanger stond iets voor mijn auto. Ik vertrouw mijn eigen rijkunsten niet, dat ik behendig tussen dat gevaarte en een andere auto, de weg op zou kunnen rijden. Dan maar even wachten.
De chauffeur stapte uit en vroeg of ik haast had. Nou nee... zo erg was het ook niet. ‘Als die auto nu weggaat en jouw auto dan kan ik ‘m er mooi inschuiven’ zij hij. Oké, maar dan moest ik dus wel weg en de andere auto ook. ‘Van wie zou die zijn?’ vroeg hij aan mij. Ja….dat weet ik natuurlijk ook niet. Ik wees naar de bloemenzaak wellicht was daar de bestuurder te vinden of misschien ook bij de bakker? De chauffeur ging bij de bloemenzaak naar binnen en hij had mazzel, de auto zou zo weggereden worden. Aangezien ik toch niets te doen had begon ik maar met een gesprekje en vertelde hem dat het toch wel een joekel van een wagen was met die aanhanger er achter. En dat bevestigde hij en vertelde me dat er in totaal twaalf compartimenten in zaten. Hij moest nu twee compartimenten lossen en had iedere dag zes adresjes. ‘Krijg je dan ook koffie en een gebakje, ‘n worstenbroodje of zoiets’ vroeg ik aan hem en ik weet echt niet waar die vraag vandaan kwam. Maar daar heb ik gewoon last van als ik denk aan een bakker. ‘Ja- zeker’ zei hij en ik zag hem vergenoegd lachen. Hij vertelde me dat hij dit werk niet voor niets al twaalf jaar deed en dat hij het erg naar zijn zin had. Maar het had wel enige consequenties. Daarop deed hij zijn jas een beetje open en jawel hoor, ik zag een zeer tevreden buikje. Geen bierbuik, bij lange na niet maar een buikje dat erg van het eten genoot. Ondertussen was de chauffeur uit de bloemenwinkel gekomen en reed weg. Toen ik de weg op, iets naar achteren en de vrachtwagen kon mooi op de vrijgekomen plaatsen staan. Dat had hij goed gezien en wederom bewonderde ik in stilte zijn rijkunst.
Thuis aangekomen had ik spijt dat ik de chauffeur niet aan een klein verhoor had onderworpen. Zou hij echt vijf dagen in de week, zes maal per dag, een kopje koffie met... achteroverslaan? Krentenbollen, mueslibollen, worstenbroodjes, saucijzenbroodjes en dan had ik het nog niet over het gebak gehad. En cake en chocolade en koekjes en kleine hartige pizza’s. En waar zou hij wat krijgen en toch zeker niet iedere keer hetzelfde hoop ik. Zou hij alle kneusjes krijgen die niet verkocht konden worden, of iets nieuws net op de markt, mogen proeven. En wat te denken van al die feest(eet)dagen waar weer iets anders gebakken wordt. Geen wonder dat hij zijn baan zo prettig vond, maar zes maal op een dag? Hij zou toch ook wel eens weigeren? Maar hopelijk was hij dan wel zo slim dat hij zei: ‘Deze keer pas ik, maar volgende keer doe ik graag weer mee.’ Anders heb je natuurlijk kans dat je nooit meer iets krijgt, dan je bekend wordt als de chauffeur die nooit iets bij de koffie wil. En dan wil je niet bij al dat lekkers, toch? Misschien zei hij ook wel eens: ‘ Nee dank je, ik heb net gegeten maar als je het niet erg vind... pak het dan maar in. En mijn vrouw en mijn bloedjes van kinderen... die lusten ook wel wat.’ Mijn fantasie slaat weer op hol en gaat de hebberige kant op. Dat is niet al te best. Conclusie: Het was gewoon een te kort gesprek.
Tilly Gerritsma