Vorige week was dementie weer volop in het nieuws. Naast dat er mogelijk een nieuw medicijn tegen Alzheimer komt (Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes waarvan alzheimer er één van is), riepen 67 vooraanstaande zorgprofessionals de regering op om meer in te zetten op de preventie van dementie.
Preventie is in de Nederlandse gezondheidszorg een ondergeschoven kindje. Ons zorgstelsel is op een manier georganiseerd waardoor er te weinig plek is voor preventie. De focus wordt te veel gelegd op het bestrijden van ziektes en te weinig op het voorkomen van ziektes. Een ziekte krijgen is eigenlijk een soort kansberekening. Door gezond te leven verklein je de kans op ziek worden. En natuurlijk zit er een heel groot “pech element” in. Sommige mensen leven gezond en worden alsnog ziek. Maar door je leven goed in te richten en gezond te leven kun je wél de kans op het ontstaan van een ziekte kleiner maken.
Ook dementie is toe te schrijven aan risicofactoren die beïnvloed kunnen worden. Genoeg lichaamsbeweging, voldoende slaap, niet roken en gezond eten verkleint de kans op het ontwikkelen van dementie. Uit onderzoek blijkt zelfs dat als we preventie serieus oppakken dit in 12 jaar tijd kan leiden tot 20% minder nieuwe patiënten per jaar.
Daarnaast wordt aangeraden om ook op latere leeftijd voldoende te blijven bewegen. Naast beweging is het belangrijk om sociaal actief te blijven en nieuwe dingen te leren. Voldoende bewegen hoeft niet groot te zijn, bewegen naar je mogelijkheden kan altijd. Ook voor mensen met dementie is dit van belang. Regelmatig bewegen stopt de dementie niet maar kan het ziekteproces wel vertragen: mensen voelen zich energieker en opgewekter, slapen beter en vallen minder.
De ziekte maakt het echter wel een stuk lastiger. Mensen met dementie hebben vaak last van apathie (onverschilligheid, verlies van initiatief en lusteloosheid). Zelf actie ondernemen is daardoor moeilijk en het gevaar bestaat dus dat mensen uit zichzelf niks doen. Bij de Horst merken we dat mensen nog steeds heel veel kunnen als ze gestimuleerd worden. Daarnaast helpt een omgeving waarin ze geprikkeld worden om activiteiten te ondernemen en te gaan bewegen.
Bij de Horst is altijd wel wat te doen: dieren eten geven, wandelen met de hond, bladeren aanharken, de tuin schoffelen of planten zetten in de kas. Mensen maken een praatje met elkaar en voelen zich weer verantwoordelijk voor bepaalde taken. Ook de hersenen komen hierdoor weer in beweging. Deze activiteiten zijn een voortdurende stimulatie van het brein.
Dementie is een ingrijpende ziekte waarin je langzaam jezelf en elkaar verliest. Gelukkig er is nog heel veel mogelijk als je blijft kijken naar wat mensen nog wél kunnen. Maar laten we proberen de kans op dementie zoveel mogelijk te verkleinen door meer in te zetten op preventie.
Jelle Albers
Zorgboerderij de Horst in Mill
www.zorgboerderijdehorst.nl