Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft beslist dat de btw die een ondernemer was verschuldigd over het privégebruik van zijn zakelijke auto, ten laste van de winst kon worden gebracht.
X was maat in een openbare maatschap. Tot zijn buitenvennootschappelijke ondernemingsvermogen behoorde een personenauto die hij ook privé gebruikte. In de aangifte IB 2015 was bij de winst rekening gehouden met een bijtelling voor het privégebruik van de auto. Voor de btw was rekening gehouden met 2,7% van dit privégebruik. De inspecteur stelde dat de btw over het privégebruik auto niet ten laste van de winst kon worden gebracht. De ondernemer wees op een uitspraak van Hof Den Haag van 16 december 1973 waarin was beslist over de btw die een ondernemer verschuldigd was voor privégebruik van zijn tot het ondernemingsvermogen behorende auto. In een onderschrift bij deze uitspraak had de staatssecretaris op 17 januari 1975 laten weten dat hij afzag van het instellen van beroep in cassatie omdat hij zich uit praktische overwegingen kon verenigen met de uitspraak.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant besliste dat in de brief van 17 januari 1975 het in rechte te beschermen vertrouwen was gewekt dat X de voor het privégebruik auto verschuldigde btw ten laste van de winst uit onderneming kon brengen. De staatssecretaris had de in de brief gedane toezegging tot op heden niet ingetrokken. De uitspraak van Hof Den Haag bracht mee dat met de toepassing van de bijtelling voor privégebruik volledig rekening was gehouden met de onttrekking wegens privégebruik. Het gevolg hiervan was dat de btw over het privégebruik ten laste van de winst uit onderneming kwam.
Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.