Op vrijdag 7 februari waren Erik van Daal en ik uitgenodigd door een werkgroep van de KBO’s van het Land van Cuijk die zich bezighoudt met vergrijzing en de gevolgen voor ouderenzorg en wonen.
Kortgezegd neemt het percentage ouderen in onze samenleving de komende jaren flink toe en daarmee gaat ook het aantal zorgbehoevende ouderen toenemen. Tegelijkertijd zullen er onvoldoende professionele zorgverleners zijn om die zorg te kunnen verlenen. Het vooruitzicht is dat ouderen langer ‘thuis’ wonen en zelf, met het eigen netwerk, hun zorgvraag moeten invullen. De KBO-werkgroep presenteerde daar goede ideeën over. Tot zover betreft het vooral de portefeuille van wethouder Erik van Daal, maar bij het woord ‘thuis’ komt mijn portefeuille om de hoek: Wonen.
Dilemma
Als we ouderen vragen naar hun woonwens, dan willen ze het liefst zo lang mogelijk in de huidige woning blijven wonen. Over het algemeen verhuizen ouderen niet graag. Ze wonen in een vertrouwde omgeving, vaak nog in het huis waar de kinderen zijn opgegroeid, waar ze veel lief en leed hebben meegemaakt en dierbare herinneringen hebben. Een beslissing om te verhuizen wordt in de praktijk steeds uitgesteld en dat is begrijpelijk. “Waar naartoe dan?”, vragen ze zich hardop af. Als het moet, hebben ze zeker een voorkeur: zo’n huurappartement zoals daar, in het eigen dorp, dat zouden ze dan wel willen. “Maar ja, die komen maar zelden vrij”, hoor je ze zeggen, “ze moeten veel meer van die woningen voor ouderen bouwen”. Dat blijkt echter niet de oplossing. Al zouden alle nieuwbouwwoningen vanaf nu ouderenwoningen zijn, dan nog zal dat niet genoeg zijn om de vergrijzingsgolf te kunnen opvangen. En nog belangrijker: veel van die woningen zullen niet bewoond gaan worden door ouderen omdat die hun beslissing wederom uitstellen. “Het gaat nu nog goed, straks zien we wel”. Die woningen zullen vervolgens bewoond gaan worden door andere woningzoekenden.
Toekomstbestendig
In onze gemeente is bijna driekwart van alle woningen particulier bezit. De rest zijn huurwoningen. Ruwweg woont dus ook bijna driekwart van de ouderen in een eigen woning. Op grond van bovenstaande analyse zal het overgrote deel van de ouderen thuis zorg geleverd gaan krijgen als ze zorgbehoevend worden, al dan niet door het eigen netwerk of door professionals. In driekwart van die gevallen zal dat dan in het eigen huis zijn. Het zal voor velen nog best een hele tijd duren, maar ook eigen woningbezitters komen waarschijnlijk allemaal in keer in die fase. Kijk daarom nu eens naar je eigen huis en vraag jezelf af of het geschikt is om comfortabel oud in te kunnen worden. Kan je beneden slapen en douchen, of moet je daarvoor met de trap naar boven? Kan je met een rollator uit de voeten? Kan je huis hiervoor worden aangepast? De werkgroep van de KBO’s was hierin heel duidelijk: zorg er voor, zolang je nog vitaal bent, dat je huis geschikt wordt gemaakt en werk ondertussen ook aan je netwerk. Ik kan daar nog een belangrijk argument aan toevoegen: als je huis geschikt is voor ouderen, dan heeft je huis een meerwaarde op de huizenmarkt ten opzichte van een huis dat daarvoor niet geschikt is. En er komt een tijd dat je daar de vruchten van plukt.
Wethouder Jos van den Boogaart