Ik zie het nog zo voor me. Mijn oma, mijn moeder en ook al mijn tantes deden het. Sokken stoppen! Waarschijnlijk hadden zij nog nooit van de term duurzaamheid gehoord, maar hun generatie was opgegroeid met de mentaliteit van repareren en hergebruik.
Slechts zelden werd er iets weggegooid, want dat was zonde. Ik heb nog een schilmesje, dat mijn vader zo ongeveer 40 jaar heeft gebruikt. Hij was thuis degene, die dagelijks de piepers schilde. Toen het houten heft helemaal verweerd en gespleten was, bond hij er een ijzerdraadje om heen, want tenslotte deed het mesje nog waartoe het diende, namelijk piepers schillen. Regelmatig stond mijn vader het in de schuur te slijpen en ondanks de afgeronde punt voldeed het mesje nog prima.
Ikzelf leefde als jong volwassene in een periode, die getypeerd werd als een consumptiemaatschappij, waarin materialisme de boventoon voerde. Over de gevolgen daarvan en het voortbestaan van onze Moeder Aarde werd toen nog niet echt nagedacht.
Gelukkig zijn we tot het inzicht gekomen, dat het zo niet langer kan. Verander de wereld en begin bij jezelf, dus ik probeer zo weinig mogelijk weg te gooien. Voorheen zette ik mijn overbodige spulletjes gewoon in onze voortuin met daarbij een bordje “Gratis mee te nemen” en altijd wel werd er iemand anders blij van. Ik heb zelfs ooit een kaartje en een doosje Merci in de brievenbus gevonden als dank.
Nu breng ik alles naar de kringloopwinkel “Het kleine eert” in Sint Hubert en zo ben ik een heel klein schakeltje in de cyclus om de wereld een beetje beter te maken voor de generatie na ons. Het zijn de kleine dingen, die er toe doen.
In Nederland gooien we alleen al thuis per jaar per persoon 34,3 kilo eetbaar voedsel weg. Dus geen schillen, botjes en ander soort afval. Daarbij zijn de producenten, de horeca en de supermarkten nog niet eens meegerekend. De totale voedselverspilling is namelijk 4 keer zo groot. Maar liefst 4,8 kilo van het eetbaar afval uit huishoudens is nog niet eens uit de verpakking geweest.
Sinds enkele maanden staat er bij De Wester een deelkastje en onlangs is er ook in Sint Hubert eentje geplaatst. Waarom weggooien als het zo ook kan? Dus ook ik kijk zo nu en dan kritischer door mijn voorraadkast. En als ik een complete maaltijd over heb, dan maak ik er iemand uit de buurt blij mee of bewaar die voor mezelf voor de volgende dag. Ik vraag mijn man dan of ie iets voor zichzelf wil regelen. Dat vindt ie geen probleem, want meestal komt ie met iets heel lekkers thuis.
De commercie was er meer en meer op gericht om elektrische apparaten zo te ontwerpen, dat reparatie vrijwel onmogelijk is. Ze waren namelijk niet te openen en zodoende kon je niet bij de elektronica komen. Gelukkig zijn de eisen binnen de Europese Unie hiervoor flink aangescherpt en elke gemeente heeft dan nu ook zijn eigen Repair Café om dit soort producten een tweede leven te gunnen, zoals ons eigen Reparatie Hobbycentrum.
Het is allemaal maar een druppel op een gloeiende plaat, maar het is een begin.
Elke lange reis begint met de eerste stap.
Zondag 26 mei is van 11.00 tot 16.00 uur weer de jaarlijkse stoepverkoop in Mill en dit is toch wel het ultieme voorbeeld van recycling en duurzaamheid. Anders zou de meeste koopwaar in de vuilniszak of op de vuilnisbelt belanden en zo vinden al die nog heel goed bruikbare spulletjes een nieuwe eigenaar.
Duurzaamheid is een breed begrip en omvat nog veel meer dan een jaarlijkse stoepverkoop, maar je moet toch ergens beginnen.
Rest mij alleen nog de vraag: van welke reis ga jij binnenkort de eerste stap zetten?
Marja Verheijen,