Dankzij bijzondere bevoegdheden staat de fiscus vrijwel altijd vooraan in de rij als het op het innen van schulden aankomt. Maar het bodemrecht is daarvan als het ware de overtreffende trap. Dit geeft de fiscus de mogelijkheid om zich te verhalen op zogeheten bodemzaken van de schuldenaar.

Dit zijn roerende (dus verplaatsbare) goederen die zich op de 'bodem' van de schuldenaar bevinden. Denk bijvoorbeeld aan de inventaris of machines van een ondernemer. Voertuigen en voorraden zijn in principe geen bodemzaken. Het bodemrecht geldt overigens alleen voor de loonbelasting, BTW, dividendbelasting en assurantiebelasting. Voor het inroepen van het bodemrecht maakt het niet uit wie de eigenaar is van de roerende goederen waar de fiscus zich op verhaalt. Van belang is of ze op de bodem van de schuldenaar staan. Dus ook een machine die is geleased, of goederen die zijn geleverd onder een eigendomsvoorbehoud kunnen onder het bodemrecht vallen. In dat laatste geval blijven de spullen eigendom van de leverancier totdat de factuur volledig is betaald.

Omdat het bodemrecht feitelijk inbreuk maakt op het eigendomsrecht, is dit voorrecht van de fiscus al langer voer voor discussie. Daarom wil het kabinet het bodemrecht moderniseren en schetst de volgende drie mogelijke oplossingsrichtingen: 

  • Het uitbreiden van de reikwijdte van het huidige bodemrecht. Dan zou het in plaats van bodemzaken kunnen gaan om 'bedrijfsgebonden activa' waar de fiscus zich op kan verhalen.
  • Bodemrecht vervangen door een nieuw bijzonder verhaalsrecht voor de Belastingdienst. Daarbij krijgt de fiscus recht op een percentage van de opbrengst bij het uitwinnen van goederen (ook hier wordt het begrip bodemzaken losgelaten).
  • Het afschaffen van het bodemrecht zonder een nieuw vervangend verhaalsrecht. Het financiële belang van de Belastingdienst wordt dan via andere maatregelen ingevuld. Een mogelijkheid is dat de fiscus een faillissement van een schuldenaar kan aanvragen zonder dat er een steunvordering is.

Deze drie opties zijn nog niet tot in detail uitgewerkt, omdat het kabinet eerst in gesprek wil met belanghebbenden over welke kant het op moet. Het kabinet wil vervolgens in de loop van 2025 één of meerdere beleidsrichtingen verder uitwerken. Er loopt tot en met 9 december 2024 nog een internetconsultatie over de beleidsrichtingen.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.