Navordering van te weinig geheven belasting is mogelijk wanneer dit het gevolg is van een fout van de Belastingdienst. Het moet de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar zijn dat te weinig belasting is geheven.
Volgens de wet is daarvan in ieder geval sprake wanneer de te weinig geheven belasting ten minste 30% van de verschuldigde belasting bedraagt.
Bij het invoeren van de gegevens van een papieren aangifte schenkbelasting maakte een medewerker van de Belastingdienst een fout. In plaats van het in de aangifte vermelde bedrag van € 37,7 miljoen voerde hij € 37.713 in. De aanslag schenkbelasting bedroeg daardoor € 3.268,- terwijl bij de aangifte een berekening was gevoegd die uitkwam op een bedrag aan schenkbelasting van ruim € 7,5 miljoen. Een jaar later legde de inspecteur een navorderingsaanslag schenkbelasting op naar het juiste bedrag van de verkrijging. Volgens Hof Amsterdam was sprake van een schrijf- of typefout en mocht de inspecteur een navorderingsaanslag opleggen omdat de fout kenbaar was voor de belastingplichtige. Voor zover de belastingplichtige van mening was dat de gemaakte fout voor haar niet redelijkerwijs kenbaar was, wees het hof op de wetsfictie die uitgaat van de kenbaarheid wanneer ten minste 30% te weinig belasting is geheven. Aan die laatste voorwaarde was in dit geval voldaan.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het hof zonder nadere motivering ongegrond verklaard.
Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.