‘Hoe was je dag?’ hoor ik op tv in een of andere reclame. De zin bleef hangen. Hoe was mijn dag?
Het is bijna een week geleden dat ‘de griep’ of een of ander virus, mij overviel en niet meer is weggegaan. Niet weg te slaan uit mijn lijf zo gezellig is het schijnbaar hoewel ik daar iets anders over denk.
Mijn lijf is behoorlijk onder de indruk van ‘de griep’. Zoveel geweld en stampij zijn lichaam en geest niet gewend. Het virus heeft mijn leven overgenomen en ik kan niets anders doen dan accepteren. De eerste dagen snakte ik naar adem en hapte ik letterlijk naar lucht als ik weer eens wakker werd van een hoestbui. Als ik ’s morgens eindelijk het bed had verlaten ging ik na een half uur alweer op de bank liggen. Het boek waar ik nu eindelijk tijd voor had werd na één bladzijde aan de kant gelegd omdat ik alweer slaap had. Niet te geloven dat een mens overdag zoveel kan slapen en vroeg in de avond alweer naar het bed verlangd.
De ene zoon leeft mee en de andere ligt in een deuk als hij hoort dat er nauwelijks geluid uit mijn mond komt. ‘Ons mam, wat een geluid ‘hoor ik hem lachend zeggen. Ik verdenk hem ervan dat hij ‘het geluid’, via de speaker aan zijn vriendin laat horen. Geen empathie dat ik alle volumeknoppen omhoog moet draaien om me te laten horen. ‘Zo daar zijn we mooi even vanaf, geen stem, dat is nou jammer!’ zou hij vroeger beslist gezegd hebben. Maar gelukkig blijft me dat nu bespaart.
‘Hoe was mijn dag?’ vraag ik me af op dag zes nadat het virus me overvallen heeft. Want ‘hij’ is nog steeds niet weg. En ik kan hem ook niet de deur uitzetten hoe graag ik dat ook zou willen. Wat blijft er toch weinig over van de mens als een virus je te pakken heeft. Je bent werkelijk nergens meer. Anderzijds vind ik het allemaal wel best. Drukte en zorgen bestaan opeens niet meer. Een beetje tussen hemel en hel, in niemandsland lijkt het wel. De afspraken zijn verzet, ik hoef niet naar de winkel, ik hoef gewoon helemaal niks. Gelukkig heb ik wel een engel die informeert of ik iets nodig heb en ongevraagd eten en wat lekkers en gezonds komt brengen. Voor de verdere rest heb ik niets nodig alleen maar stilte en rust.
Op de zevende dag heb ik zowaar weer iets meer energie dus we gaan de goede kant op tenminste als je van actie en beweging houd. Ergens ver weg wordt het levensvuur weer opgepord en wordt mijn lijf aangespoord om iets te gaan doen. Mijn geest is nog enigszins recalcitrant door al het gesnotter en geweld maar ik vertrouw erop dat beide weer leren samen te werken. ‘Mijn vriendin is net weer gaan werken, na drie weken griep’ lees ik in een WhatsApp berichtje van een oud collega. Drie weken! Dat was ik niet van plan dus maar eens kijken of ik de boel langzaam weer op gang kan krijgen. Met de nadruk op rustig aan want ‘hardlopers zijn doodlopers’ hou ik in mijn gedachten. Evenals ‘rust roest’ dus de balans zoeken lijkt me niet verkeerd. Zou er ook iets positiefs kunnen zijn aan het krijgen van griep? Griep: Is een mogelijkheid tot Groei, omdat je Rust moet nemen, geen Interesse hebt in flauwekul, Eindelijk tijd voor je zelf, een mogelijk Positieve ontwikkeling dankzei GRIEP.
‘Hoe was je dag?’ vraag ik me af op dag acht. Niet verkeerd! Zin, fantasie en ideeën zijn weer wakker geworden en nu mijn lijf nog!
Tilly Gerritsma