Per 1 januari 2018 is voor de melkveesector een stelsel van fosfaatrechten in werking getreden. Met dit stelsel moet de fosfaatproductie fors verminderd worden.
Fosfaatrechten kunnen als bedrijfsmiddelen worden aangemerkt. Minister Schouten van Landbouw heeft de Tweede Kamer recent laten weten dat investeringen in fosfaatrechten tot 1 januari 2028 fiscaal afschrijfbaar zijn. Deze toezegging geldt ook voor varkens- en pluimveerechten.
De Werkgroep Fiscale aspecten fosfaatregelingen melkveehouderij is sinds begin 2017 druk doende met het benoemen van de fiscale aspecten van fosfaatrechten. De werkgroep is een overlegorgaan van agrarische specialisten van de Belastingdienst, de ministeries van Financiën en Economische Zaken, LTO Nederland en de Vereniging van Accountants- en Belastingadviesbureaus (VLB). De werkgroep heeft al eerder vastgesteld dat fosfaatrechten als bedrijfsmiddelen kunnen worden aangemerkt, maar onduidelijk was nog of die bedrijfsmiddelen afschrijfbaar zijn.
Minister Schouten van Landbouw heeft een einde gemaakt aan die onduidelijkheid. Zij heeft de Tweede Kamer meegedeeld dat fosfaatrechten – en varkens- en pluimveerechten – fiscaal afschrijfbaar zijn tot 1 januari 2028. Deze toezegging is verwerkt in de Landelijke Landbouwnormen 2017. De VLB stelt voor om de afschrijvingstermijn van 120 maanden terug te laten lopen naar nihil. Dit leidt tot een tijdsevenredige afschrijving: in 2018 is de afschrijvingsduur 10 jaar, in 2019 negen jaar, in 2020 acht jaar, enzovoort. De Werkgroep Landelijk Landbouwnormen moet in dit kader nog wel nadere afspraken maken hoe zo’n aflopende afschrijvingstermijn zich verhoudt met de wettelijke voorgeschreven afschrijvingstermijn van ten minste vijf jaar op bedrijfsmiddelen anders dan goodwill.
Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.