Het was precies twee weken na mijn vakantie. Al die tijd had ik genoten van pa en ma koolmees die o zo druk waren om hun jonge te voeren.

Niet te geloven hoe hard ze moesten werken om alle bekjes gevuld te krijgen. Je hoorde precies wanneer ze er waren want pas dan kwam er geluid uit het vogelhuisje. Iedere jongen schreeuwde om het hardst dat juist hij aan de beurt was om voedsel te krijgen. Maar nu was het dan zo ver, de jonkies vlogen uit.

Al menig keer had ik geprobeerd een foto te maken maar het was niet gelukt. Pa en ma hielden niet zo van aandacht en waren gevlogen voordat ik ook maar een beetje in de buurt kon komen. Zelfs stiekem verstoppen achter het schuurtje zodat ik op het moment suprême naar voren kon springen, was niet gelukt. Ze hadden mij hoe dan ook altijd in de gaten.
Op de bewuste ochtend was ik al vroeg op maar vond het nog te fris om buiten te gaan typen. Het raam van de woonkamer zette ik open want het was al behoorlijk benauwd. Zoals gewoonlijk keek ik naar het volgelhuisje waar weer het nodige kabaal te horen was: hongerige bekjes die gevoed moesten worden. Maar deze keer was er toch wel erg veel tumult. En ik zag zowaar een kopje uit de ingang van het huisje. Pa en ma waren het niet want die hadden alleen tijd om monden te vullen, en waren dan direct verdwenen. Nieuwsgierig ging ik eens kijken en kon zelfs heel dichtbij komen. Jonkies weten net als kleine kinderen nog weinig van gevaar en zijn gewoon nieuwsgierig wat er buiten te beleven is. Deze keer kon ik dan ook volop foto’s maken en ik zag ze een voor een uitvliegen. Het waren er zes en ik denk dat ik de eerste gemist heb. Want het schijnt dat er meestal acht tot tien eitjes gelegd worden. Geen wonder dat pa en ma zo hard hadden moeten werken. Enkele bleven nog eventjes dicht bij het nest hangen maar toen de laatste ook uitgevlogen was trokken ze de weide wereld in. Oh wat heb ik genoten van dit kleine tafereeltje zo vroeg in de ochtend in mijn achtertuin.

De vogels waren uitgevlogen en ik vermoed dat ze nog een paar dagen door pa en ma in de gaten gehouden worden en dan is het welletjes, dan moeten ze het alleen doen. Hoe anders is dat bij de grote mensen wereld. Want hoe vaak komen kinderen terug naar het nest omdat ze geen nest meer hebben. En hebben ze pa en ma nodig op wat voor manier dan ook. Geslepen spelen ze dan eventjes het kind, en zo gauw de buit binnen is pakken ze hun volwassen rol weer op. Ik blijf het vreemd vinden dat er altijd gekeken moet worden of er nog iets te halen is, zelfs mijn kelderkast is niet veilig. ‘Wat mag ik meenemen?’ Of: ‘ Heb je nog iets lekkers voor mij, wij hebben dat nooit!’ Ja, ja! En ik stink er meestal ook nog in want die zielige kindjes hebben ook niks. Nee dan vader en moeder mees. Die werken zich een paar weken een slag in de rondte en hebben dan rust. Ik weet niet of de jongen dan nog op visite komen of dat ze werkelijk ie wiet waai weg zijn. Dat idee spreekt me niet zo aan. Dat ik mijn kinderen nooit meer zou zien. Niet te veel natuurlijk maar ook niet te weinig. En over dat laatste kunnen we dan ook nog van mening verschillen. Want wat de een wel oké vindt, is voor de ander toch wel erg veel of weinig.

Tilly Gerritsma