Hobbyisten die zich verdiepen in de familieafkomst zijn vaak geïnteresseerd in persoonlijke banden en ook in historische achtergronden van familieleden. De woonomgeving van onze voorouders spreekt dan boekdelen.
Zij leefden vaak generaties lang in één en dezelfde plaats, buurtschap of zelfs op dezelfde locatie. Ontelbaar veel achternamen van families vinden hun oorsprong in een dergelijke plaats, buurtschap of zelfs een hoeve waar eeuwen geleden de voorouders leefden. Dit soort achternamen (toponiemen) vormen een rijke bron voor het opdiepen van de familiegeschiedenis. Voor ons persoonlijke verleden in de periode vóór 1811 zijn we aangewezen op het speuren naar moeilijker te ontsluiten informatie uit o.a. notariële akten, cijnsboeken etc. Hierna zijn onroerende goederen systematisch geregistreerd in het Kadaster.
Het Kadaster, in 1811 ingevoerd door de Franse bezetters, omvat alle mutaties door splitsen/ samenvoegen, kopen/verkopen en verpachten. Men wilde elk stuk onroerend eigendom minder omslachtig in kaart brengen en ook het innen van onroerend goed belasting transparanter en eenvoudiger maken. Men startte het kadaster met de Oorspronkelijke Aanwijzings Tafels waarin elk stuk onroerend een uniek perceelsnummer kreeg.
Mutaties daarin herkent men aan doorhalingen en/of toevoeging van nieuwe perceelsnummers. Mutaties kwamen voor bij de verdeling van erfenissen onder de rijke kinderschaar maar ook door het in cultuur brengen van woeste gronden. Gehuchten en buurtschappen waren vaak clusteringen van boerenbedrijfjes met onderling nauwe familiebanden, want de horizon reikte niet verder dan “één voetmars”.
Wilt u ook (digitale) feiten uit dit persoonlijke verleden achterhalen, dan helpt het Senioren Hobby Centrum (SHC) Mill u graag daarbij. SHC verzorgt een presentatie gegeven door Jan Veekens uit Oss; een deskundige van het Brabants Historisch Centrum in Grave.
Planning presentatie: vrijdag 22 januari om 10.00 uur is vrij toegankelijk voor leden van SHC; niet leden zijn ook welkom tegen vergoeding van € 2,- (info