Door Marja Verheijen - Buurtvereniging De Karstraat werd opgericht op 10 mei 1945, toen het zuiden van Nederland al enkele maanden bevrijd was en men na 5 jaren oorlog heel graag het gewone leven weer wilde oppakken.
De Karstraat zelf heeft al een veel langere geschiedenis, want de naam komt voor het eerst voor in een gerechtelijk archief van 17 februari 1622.
Onder het bewind van Napoleon stond de straat bekend als “La Grande Route”, de grote weg tussen Boxmeer en Grave. De straat ontleent zijn naam aan de karren, waarmee de varkens vervoerd werden naar de varkensmarkt, die zich bevond op de hoek Schoolstraat en Burgemeester Verstraatenlaan, waar nu Edo van Tienen gevestigd is.
In 1812 stelde het Franse Kadaster vast, dat de eigenaren en bewoners van de Karstraat o.a. waren De Domeinen, de families Selten, Kranenbroek, Verstraaten, van Hout, van Sambeek en Baron de Liedel de Well, die kasteel Aldendriel erfde.
In die tijd was slechts één zijde van de straat bebouwd en paadjes leidden naar het achterliggende dorp, dat omringd was met grote hagen, waaraan boerderij “Het Hekken” zijn naam dankt.
De Karstraat was een bedrijvige straat met diverse cafés en ambachtslieden, waar ook de “mert” voor allerlei artikelen werd gehouden en werd daardoor toen ook gezien als het “winkelcentrum” van Mill.
Tijdens de oorlog van ‘40-‘45 werd er nogal wat schade aangericht in de straat door o.a. de inslagen van bommen, waarbij de molen “De Korenbloem” ook niet ongedeerd bleef. Ook bleven enkele families in de Karstraat niet gespaard, omdat er tijdens de beschietingen op 10 mei 1940 in Mill veel slachtoffers vielen, waaronder een jong meisje, dat in de Karstraat woonde.
Op 17 september 1944, tijdens de Millse kermis, vulde de lucht zich met vele geallieerde vliegtuigen en enkele dagen later trokken de bevrijders via de Karstraat Mill binnen, waarmee deze straat officieel als eerste in de gemeente bevrijd werd.
Tussen de Karstraat, de Hoogveldseweg en de Beatrixstraat was lang geen bebouwing en dit braakliggend terrein, genaamd ‘t Buske was een waar speelparadijs voor de jeugd. Er groeide van alles, zoals brem op het lage plateau en tamme kastanjes en bosbessen op het hoger gelegen vlak. Toen daar in 1962 de Prins Hendrikstraat werd aangelegd, werd ‘t Buske gerooid en verdween dit stukje natuur, waar ook veel vogels vertoefden.
Daarmee kreeg ook de Karstraat zijn uiteindelijke vorm, een doorgaande weg met aan beide kanten bebouwing, zoals wij de straat nu nog kennen.
Lees de volgende keer over de geschiedenis van de buurtvereniging, die wellicht de oudste van de regio is.