Een familiekroniek in 3 delen, deel 1. Naar vertellingen van Willy Sweens, bewerkt door Marja Verheijen.
Op de derde zondag in september van het jaar 1908 kreeg Sjaak Jansen uit Someren het idee om eens een kijkje te gaan nemen op de Millse kermis. Hij fietste vanuit zijn woonplaats naar Deurne, een ritje van 13 kilometer. Dat was geen probleem, want het was mooi najaarsweer met nog een lekker warm zonnetje. Hij stapte op de trein naar Venlo, waar hij moest overstappen richting Nijmegen. Bij Kruispunt Beugen verliet hij de trein. Destijds had Beugen 2 treinstations: Beugen Hoog, dat gelegen was aan de Maaslijn naar Nijmegen en Beugen Laag, dat aan het Duits Lijntje lag. Deze trein zou bij het station in Mill stoppen en Sjaak had er dan in totaal een treinreis van een uur op zitten.
Op de kermis leerde hij een leuk meisje kennen, dus de lange reis bleek niet voor niets geweest te zijn. Zij heette Adriana en voordat Sjaak weer huiswaarts zou keren, wist hij ook haar achternaam: van der Wiel. En haar geboortedatum, namelijk 9 november 1881. Sjaak zelf was geboren op 16 september 1882, dus qua leeftijd zouden ze bijzonder goed bij elkaar passen.
Adriana was de dochter van Jan en Gerarda van de Wiel-Walraven en ze woonde in de Hoogstraat op nummer 11 samen met haar oudere zus Anna en haar jongere broer Henricus. Het gezin had veel verdriet gekend, omdat twee broertjes kort na hun geboorte waren overleden.
Adriana en Sjaak kregen verkering, maar de afstand was nogal een hindernis in het onderhouden van hun relatie. Toen er dan ook in het Graafs Weekblad een advertentie voor een postbode in Mill verscheen, liet Adriana dit haar Sjaak direct weten. Sjaak solliciteerde en na enkele weken ontving hij van het hoofdkantoor van de P.T.T. een brief, dat hij na grondig onderzoek werd aangenomen als briefgaarder in Mill. Hij was zo blij, dat hij met spoed via een telegram het goede nieuws aan zijn geliefde Adriana liet weten. Het stel was dolgelukkig, want hierdoor was er voor hen samen een toekomst in Mill weggelegd.
De vader van Adriana was aannemer/metselaar en hij wist een mooi stukje bouwgrond te koop staan in de Stationsstraat, naast het patronaat. Sjaak en Adriana gingen samen kijken naar het perceel van 1400 vierkante meter, dat door de familie van Hoorn uit de Stationsstraat te koop werd aangeboden. Sjaak en Adriana stonden hand in hand het mooie plekje te bewonderen en besloten om hier hun droom te gaan verwezenlijken.
Ze konden zich gaan voorbereiden op hun toekomst en de datum voor hun huwelijk werd vastgesteld, namelijk 2 augustus 1910. Helaas werden deze huwelijksplannen overschaduwd door het overlijden van de vader van Sjaak, maar vol goede moed startte het jonge stel met de voorbereidingen van hun huwelijk. Het zou een drukke tijd worden voor het aanstaande paar, maar gelukkig kregen zij veel hulp aangeboden. Adriana wilde, dat alles tot in de puntjes verzorgd werd en het werd dan ook een geweldige dag. Voor een huwelijksreis was er geen geld meer, want het te bouwen huis moest natuurlijk ook nog ingericht worden. Adriana zei tevreden: ”We maken later wel een keer een reisje, Sjaak” en ze keek haar echtgenoot liefdevol aan.
Het jonge paar ging bij Adriana thuis inwonen tot hun nieuwe onderkomen helemaal klaar was. Architect C.G. Elbers uit Oeffelt tekende een mooi landhuis. De tuindeuren lieten ze verplaatsten naar de achterzijde van de woning, zodat de inrit vrij bleef voor een garage in de toekomst. Het prachtige huis werd gerealiseerd door Bert van Tienen uit St. Hubert, niet alleen de goedkoopste in de regio, maar ook de beste vakman.
Lees volgende week hoe het Sjaak en Adriana financieel goed gaat, maar hun huwelijk ook verdriet kent.