Op de komende raadsvergadering van 9 februari en de voorafgaande commissievergadering Sabes (samenleving en Bestuur) op 31 januari is de agenda gevuld met vier raadsvoorstellen, waarvan het vernieuwen van het subsidiestelsel het meest in de belangstelling staat.
“Samen werken aan zelfredzaamheid”
Zo luidt de ondertitel van het nieuwe subsidiestelsel gemeente Mill en Sint Hubert, dat m.i.v. 1 maart 2017 van start gaat. Tenminste als het de goedkeuring van de raad kan wegdragen. Voor bijna alle verenigingen en organisaties heeft dit stelsel nogal wat financiële consequenties. Ik verwacht dan ook een groot aantal insprekers op de vergaderingen om hun grieven te uiten. Het is een herijking of verschuiving van de gemeentelijke middelen aan onze gemeenschap en levert nauwelijks iets aan bezuiniging op. Zo zijn er verenigingen die er financieel op vooruit gaan, maar zeker ook die een forse aderlating moeten ondergaan.
Het stelsel heeft drie subsidies
Ouwe meuk, scheefgroei, onduidelijkheid en ongelijkheid van de afgelopen eeuw zijn eruit gehaald en nieuwe regels voor in de plaats gekomen. Er wordt een indeling gemaakt in Basisbijdrage (bijv. sportverenigingen), Contractbijdrage (bijv. zang-/toneelverenigingen) en Incidentele bijdrage (bijv. eenmalige activiteit) Het leefbaarheidsbudget wordt op termijn in het nieuwe stelsel opgenomen.
Oude wijn in nieuwe zakken
Hoewel een technische correctie op het oude stelsel echt wel noodzakelijk is, zien we nergens in het raadsvoorstel een stimulans tot “Samen-werken aan zelfredzaamheid”, zoals de ondertitel doet vermoeden. Nergens wordt verwezen naar verbeteren van leefbaarheid in de vier kernen en vergroten van betrokkenheid bij de burgers. Waar zit die drive dan? Op welke wijze nodigt het nieuwe subsidiestelsel uit tot: participatie, sociale verbinding binnen en tussen de kernen, leefbaarheid, vrijwilligerswerk en eigen kracht van de burgers en organisaties? Misschien wordt er automatisch of sowieso van uit gegaan. Zeg het maar!
Hoe integer ben ik in deze kwestie?
Er zal nogal wat van de politieke besluitvorming worden gevraagd, want hoe zit het met mogelijke belangenverstrengelingen bij onze raadsleden? Zij hebben immers zelf of via hun achterban ergens wel individuele belangen. Gelukkig hebben de raadsleden onlangs nog een cursus integriteit gevolgd, waarmee ze hun individuele belangen opzij kunnen zetten en het maatschappelijke belang en maatschappelijk rendement centraal stellen. We zullen het beleven!
Wat staat er nog meer op de agenda?
De Algemene Plaatselijke Verordening wordt geactualiseerd. In deze APV worden de gemeentelijke wetten tegen het licht gehouden en zoveel mogelijk vereenvoudigd en waar mogelijk geschrapt. Daarnaast wordt de verordening “reinigingsheffing” i.v.m. nieuwe tarieven en ophaalsystemen veranderd.
Tenslotte wordt de raad gevraagd in te stemmen met een nieuw jaarplan van de Regio Noordoost-Brabant. Er wordt vier euro per inwoner vrijgemaakt om onze regio beter te maken. Simpel gezegd gaat het over: arbeidsmarkt, economische ontwikkeling, duurzame Leefomgeving en bereikbaarheid & mobiliteit.
Theo van Eenbergen, AB’90