In het weekend van vrijdag 27, zaterdag 28 en zondag 29 oktober 2023 wordt in Mill het 66-jarig bestaan van carnaval gevierd. In het kader van dat jubileum kijken we, totdat het zover is, regelmatig terug op die 66 jaar. Deze keer doen we dat samen met Jo Berents en Frans Linders.
Beluister alle interviews in zijn geheel in De Neije Krant Podcast. Dat kan via alle bekende podcastproviders en in de rubriek Podcast op inmill.nl.
Al voor we de opnameapparatuur aan hebben staan, zijn we blij dat we dit gesprek op gaan nemen voor onze podcast. Want Frans (prins in 1964) en Jo (22e prins in 1980) vertellen de ene na de andere anekdote en weten ook hoe het in Mill was voordat het openbare carnaval hier werd gevierd. Frans: “In 1957 werd door de Zegelvereniging, de winkeliersvereniging van toen, een carnavalsbal gehouden in de Concertzaal voor jongeren. Daar is later ook de Foekepot uit ontstaan.” “Voor die tijd was er geen carnaval in Mill,” vertelt Jo. “We gingen dan naar bijvoorbeeld Venray om carnaval te vieren. Hier in Mill zag men dat ook en toen werd besloten ook hier carnaval te organiseren.” Uiteindelijk is het dankzij dat bal van de Zegelvereniging dat carnaval in Mill is ontstaan.
Eind jaren vijftig was carnaval in Mill gesplitst en zeker geen feest van verbroedering. Er was een groep boeren die zich de Hutspot noemden en carnaval vierden en de Wielwaajers was een groep burgers. Maar dit ging niet altijd goed samen. Frans: “Bij het eerste carnaval hadden de Wielwaajers de zaal bij Wim van Houtum (waar nu ’t Lagerhuis staat), maar Wim verhuurde de zaal op carnavalsmaandag aan de Hutspot. De Wielwaajers hebben toen via Frans Keijzers en Tien Jansen, die tenten verhuurden, een tent laten plaatsen op het terrein van Sjaak Verberk. Dat kostte toen duizend gulden. Ze hadden daar geen geld voor en toen heeft Tinus van Kempen van de Beerseweg een koe beschikbaar gesteld als borg voor die kosten.” De Hutspot vierde daarna nog carnaval bij Erica (Sint Hubert) en daarna in de Kjottershut, een locatie waar later WSV Amicitia en Scouting hun clubhuis hadden.
In 1970 ontstond de Federatie Carnaval Mill. Jo: “Frans Keurentjes en Chris van Schipstal vroegen mij om voorzitter daarvan te worden. In Mill had je toen diverse carnavalsverenigingen zoals de Wielwaajers, de Bosse Kar, de Gèrme en de Foekepot. Frans Keurentjes (opbouwwerker) heeft zich toen flink ingezet om er via die federatie één geheel van te maken.” “Wielwaajers, de Bosse Kar en de Gèrme hadden ieder een eigen prins. Op straat liepen 3 prinsen,” vertelt Frans. “Burgemeester Hofmans heeft toen de knoop doorgehakt en besloten dat er nog maar 1 prins mocht zijn en dat was die van de Wielwaajers, want die carnavalsclub bestond als eerste.” Bij de carnavalsverenigingen had men vanaf die tijd wel een president en vorst, maar er was dus maar 1 officiële prins in Mill.
Jo herinnert zich dat er na de oprichting van de federatie wel een aantal vergaderingen nodig waren om iedereen op één lijn te krijgen. “We zaten in een kamertje van café Piet Heijs en dat ging er soms wel stevig aan toe. Men dacht eerst dat hun eigen vereniging weg zou moeten, maar dat was dus niet zo. Elke vereniging bleef gewoon, de federatie was een overkoepeling om alles te regelen en te verbinden.” Alle betrokkenen zagen daar toch wel de meerwaarde van in en men ging steeds vriendschappelijker met elkaar om. In 1978 ontstond Stichting Carnaval Mill.
Ook het vragen om prins te worden, ging bij het begin van carnaval in Mill anders. Frans vertelt dat zelfs zijn vriendin (en later zijn vrouw Riky, ze trouwden in hun prinsenjaar) niet wist dat hij prins zou worden. Ze zag dat pas bij de verschijning. Dit en meer hoort u in het hele gesprek wat te beluisteren is via De Neije Krant Podcast. Techniek hiervan was in handen van Thijs van den Heuvel, interview werd afgenomen door Corné Kremers.
Lees ook het verhaal ‘Carnaval in een notendop’ door Frans Linders op www.germelaand.nl.