Toen 6 jaar geleden alle kinderen het huis uit waren, hebben wij een hondje aangeschaft. Het was namelijk wel heel stil in huis en er was niets of niemand meer om voor te zorgen. Nou ja, behalve mijn man dan, maar die is daartoe heel goed zelf in staat. Ons hondje is een Shih Tzu en haar naam is Kwiebus. Ze is nogal gemakzuchtig uitgevallen en laat zich graag vertroetelen. Ze heeft een blauw en bruin oog, maar dat is zeker niet de enige afwijking, die ze vertoont. Ze is naast aartslui ook nog stronteigenwijs en ontzettend nieuwsgierig. Maar wat zijn wij blij met haar! Nu zeg ik altijd, dat het de beste aankoop is, die we ooit gedaan hebben. Daar kan geen auto of bankstel tegenop. Maar dat wist ik toen van mezelf nog niet.

Omdat wij aan de rand van een bos op de Vilheide wonen, komen veel mensen langs ons op om met hun hond te gaan wandelen. Vaak was ik voorheen nogal sceptisch over de manier, waarop het baasje en vooral het vrouwtje met de vrolijke viervoeter omging. Troetelnamen en andere liefkozende woordjes klonken mij regelmatig toch enigszins belachelijk in de oren. Maar mijn menig daarover is helemaal bijgesteld. Ik heb me namelijk volledig laten meeslepen in het met een hoog stemgeluid toespreken van ons hondje met woorden als “mijn meisje”, “mijn poppetje” en “mollemeis”. Jaja, ik weet het: het klinkt vreselijk!

Ook maakte ik kennis met een interessant fenomeen, met een moeilijk woord antropomorfisme genoemd. Ik heb ontdekt, dat je als dierenvriend allerlei menselijke eigenschappen toekent aan je huisdier. Als Kwiebus bij de gangdeur zit en toekijkt hoe wij met de jas aan het huis uitgaan, zeggen we: ”Och, kijk haar daar nou zielig zitten kijken. Ze wil ook graag mee”. Inmiddels ben ik dan ook ervan overtuigd, dat een hond zeer zeker verschillende blikken in de ogen kan hebben.

Twee jaar geleden werd ik door iemand gebeld en zij vertelde, dat haar buurvrouw op kerstavond in haar bijzijn plotseling was overleden. Dus ik was zwaar onder de indruk van het hele verhaal en reageerde onthutst en ontdaan. Kwiebus sprong op de bank en kroop op mijn schoot, zo dicht mogelijk tegen me aan. Ze voelde aan, dat er iets ergs was gebeurd en wilde op die manier mij enige troost bieden. Tenminste zo heb ik het ervaren.
T
oen onze kleinzoon net geboren was, maakte ik met mijn schoondochter en Driek in de wandelwagen ons eerste wandelingetje, ook samen met Kwiebus. Zij voelde aan, dat er iets waardevols in die wandelwagen lag, dat beschermd moest worden. Zij liep dan ook niet overal te snuffelen, zoals gewoonlijk, maar liep wisselend links en rechts vlak langs de wandelwagen om zo van alle kanten bescherming te kunnen bieden.

Dieren hebben beslist een rijke belevingswereld met de daarbij behorende emoties en aan ons de taak om die te leren herkennen. En zij voelen onze emoties vaak feilloos aan en reageren daarop. Dat maakt hen tot een echte vriend!

Ik betrap me er dus regelmatig op, dat ik bepaalde menselijke kenmerken aan Kwiebus toeschrijf. “Och, heb je het dan ook zo koud?” en ik leg een dekentje over haar heen. “Ze is ook zo moe” en ik maak het haar zo comfortabel mogelijk. “Och, heb je honger aan de buik?” en ik maak wat te eten klaar voor haar. Ze neemt steevast het fijnste plekje op de bank in beslag en de sierkussens erop verspreidt ze door de hele kamer. En stil in huis is het beslist niet meer, want ze laat volop van zich horen als ze andere honden ruikt, hoort of ziet voorbij lopen. Ik wens jullie een hele fijne dierendag!

Rest mij alleen nog de vraag: herken jij soms jezelf in je huisdier?

Marja Verheijen, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.