Dit weekend sluit de Kinderboekenweek met als thema “Worden wat je wil”. Op de website schrijven ze het volgende: tijdens de Kinderboekenweek 2021 kun je alles worden wat je wil en alvast dromen over later, want kinderboeken zijn een onuitputtelijke bron om over beroepen na te denken en te fantaseren. Enkele weken geleden werd in De Neije Krant de Kinderboekenweek al aangekondigd. Vast en zeker hebben veel kinderen genoten van de activiteiten, die door het hele land in het kader van deze week werden georganiseerd. Mij heeft het vooral geïnspireerd tot het schrijven van deze column.
Zoals alle kinderen hadden onze 3 zonen ook allerlei ideeën over wat ze later wilden worden. De ene zag een carrière als paleontoloog wel zitten vanwege zijn interesse in prehistorische dieren en fossielen. De andere was van plan metselaar te worden en zou in de toekomst een huis voor ons gaan bouwen. En de derde die had een loopbaan als ridder voor ogen en oefende in zijn fantasie al allerlei heldhaftige daden uit. Jullie kunnen het wel raden, dat ze alle drie iets heel anders zijn gaan doen. Het belangrijkste is echter, dat ze allemaal goed op hun plek zitten en tevreden zijn met hun werk.
Ruim 35 jaar ben ik werkzaam geweest op basisschool ’t Stekske te Langenboom, waarvan vele jaren in groep 7 en 8. Destijds werd in groep 7 de Entreetoets afgenomen, een toetsinstrument om een beeld te krijgen van wat een kind al beheerst en waaraan nog wat extra aandacht besteed kan worden. Rekenen, spelling, woordenschat en begrijpend lezen waren o.a. de getoetste onderdelen. In groep 8 werd en wordt nog steeds op veel scholen de CITO Eindtoets afgenomen.
Het is voor de kinderen altijd een heel spannend moment als de toetsresultaten bekend zijn. Heb ik gescoord, zoals ik gehoopt heb? Zal ik aan ieders verwachtingen voldoen? Wat hebben mijn klasgenoten voor scores?
Ik heb het dan ook altijd heel belangrijk gevonden om met elke leerling persoonlijk de resultaten door te spreken. Sommige kinderen waren heel blij met hun toetsrapport, voelden zich daardoor gesterkt en straalden een nieuw soort kracht uit. Bij andere leerlingen moest ik soms beter mijn best doen om hen ervan te overtuigen, dat ook zij een mooie scorelijst hadden.
“Jij bent zoveel meer, dan dat deze toets over jou zegt.” Met deze uitspraak probeerde ik ook deze kinderen een goed gevoel te geven over hun prestaties. “Als er een test zou zijn voor bijvoorbeeld creativiteit, sportiviteit, behulpzaamheid, spontaniteit, wilskracht en doorzettingsvermogen, dan zat jij hier met een heel ander rapport.” En door al die andere sterke eigenschappen van zo’n leerling te benoemen, zag je ook hen gaandeweg groeien.
Zo heb ik heel wat kinderen met deze toetsresultaten of met het gewone schoolrapport naar huis zien gaan. De ene joelde uitbundig door de schoolgang, een ander moest toch wel even een teleurstelling wegslikken en weer een ander was de bescheidenheid zelve. Van één leerling herinner ik me dit nog precies. Nadat ik vol enthousiasme en waardering over zijn prachtige rapport had verteld, vroeg ik hem hoe hij nu naar huis zou gaan. Zijn antwoord was: ”Met de fiets!”.
En nu, zoveel jaren later, vind ik het fantastisch om van hen zelf of van hun ouders te horen of via Facebook te zien wat ze geworden zijn. En dan concludeer ik, dat je niet alleen wordt wat je kunt, maar dat je vooral wordt wat je wil.
Rest mij alleen nog de vraag: ben jij geworden wat je wilde?
Marja Verheijen,