Enkele jaren geleden hebben mijn man en ik een E-bike aangeschaft, iets wat we al lange tijd uitstelden, omdat we eigenlijk nog niet toe wilden geven, dat we er wel aan toe waren. En wat zijn we er blij mee! Je maakt in een kortere tijd veel meer kilometers en hoewel je heus wel moet trappen, word je er niet echt moe van. Inmiddels heeft mijn man er al 6500 kilometer op zitten, waarvan hij toch zeker op 3500 kilometer vergezeld werd door onze kleinzoon Driek.
Driek trotseert samen met opa regen en kou, omdat het voor hem zijn lust en leven is om in het inmiddels te kleine stoeltje voor op de fiets de wereld te ontdekken.
“Opa, gaan wij samen avonturen beleven?”
In zijn peuterjaren was het voor Driek al avontuurlijk genoeg om steeds dezelfde route te fietsen en het prachtige fietspad langs het Defensiekanaal was onze favoriet. En op veel plekken moesten we dan letterlijk en figuurlijk even stilstaan bij wat Driek zich nog herinnerde van onze vorige reizen op het stalen ros. De eend met de witte kuif bij de rode brug en de boom van de bever, die flink aangevreten was door de bevers. En dan op naar het weiland, waar we twee keer in één week mijnheer Das hadden mogen aanschouwen. Wat een eer was dat! Ook reigers, eenden, een vossenhol, dierensporen, een eekhoorn, kikkers en torretjes moesten steeds uitgebreid bestudeerd worden. Daarna brachten we steevast een bezoek aan kasteel Tongelaar, waar Driek meestal een heerlijke tosti verorberde, want van avonturen beleven krijg je honger.
Toen kwam er een keerpunt! Onze fietsfan wilde alleen nog maar spannende paadjes, waar we nog nooit geweest waren. Wat hebben we toch een geluk, dat die er in de toenmalige gemeente Mill en St.Hubert genoeg te vinden zijn. Met gevaar voor eigen leven heb ik regelmatig op zo’n spannend paadje achter de snelheidsduivels aangehobbeld of uit veiligheid maar gelopen. Soms was het spoor niet veel breder dan de fietsband zelf en moest ik me dan ook volledig focussen op dat wat er net voor mijn fietswiel gebeurde. Een keer kon ik toch zien, dat er in de verte een aantal mensen in een weiland bezig was een grote tent af te breken. Het was echter niet verstandig om nieuwsgierig te zijn, want anders zou ik ontsporen en van mijn fiets afkukelen, zoals we dat noemden. Dus ik bleef stoïcijns als met oogkleppen op naar voren kijken, totdat ik hoorde roepen: ”Juffrouw Marja! Dat is juffrouw Marja!”. Zo behendig als mijn leeftijd het toeliet, sprong ik van mijn fiets en kwam ik snel tot stilstand. Het waren oud-leerlingen, die een vriendenweekend hadden gehad. En om een praatje met hen te maken, daar moet je toch wat voor over hebben, zelfs al loop je het risico om op je aller charmantst van je fiets af te rollen.
Op het eind van één van die spannende paadjes maakte ik kennis met iets, wat mijn nieuwsgierigheid wekte en waarvoor ik later nog eens ben terug gegaan. Wellicht wel ooit van een afstand gezien, maar nog nooit echt bewust naar gekeken was de fotogalerij, die langs de oude spoorlijn in de nabijheid van de Wissel in Mill staat. De foto’s geven een prachtig beeld van het treinstation in de jaren 40 en roepen een nostalgische sfeer op. Dagdromend liet ik me meeslepen in het avontuur van een treinreis in die tijd.
Rest mij alleen nog de vraag: hoe is het gesteld met jouw avontuurlijke instelling?
Marja Verheijen