Dat iets toevallig gebeurt, heeft me altijd mateloos geïntrigeerd. Dat factoren, zoals tijd, plaats, personen, gebeurtenis en nog eventueel andere facetten dusdanig samen komen, zodat de situatie een heel verrassende uitkomst heeft en bijna ongeloofwaardig wordt, noemt men synchroniciteit. Nu niet meteen aan het Googelen gaan, hoewel het zeker een interessant fenomeen is.
Het meest toevallige wat ik ooit meegemaakt heb, was in groep 3 op basisschool ’t Stekske in Langenboom, waar ik ongeveer 35 jaar werkzaam ben geweest. Ik moet het goed uitleggen, want ik wil dat je het begrijpt. Nou, daar komt ie dan!
In groep 3 leren de kinderen lezen en een veel gebruikte methode daarvoor is Veilig Leren Lezen, die aan de hand van woorden uit de leefomgeving van het kind de diverse letters aanleert. De methode bestaat uit 12 kernen en bij elke kern hoort een leesboekje. Van elk leesboekje had ik 30 exemplaren in de kast staan, dus in totaal 360 boekjes.
Aan het begin van het schooljaar maakten de kinderen van geplastificeerd papier een leesaanwijzer met hun naam erop. Dit om hen te helpen focussen op die ene regel, zodat ze niet een regel eronder of erboven zitten, want dan raken ze letterlijk “ontregeld”. Deze leesaanwijzer haalde meestal niet het einde van het schooljaar. Of ze werden constant om de vingers gerold, of er werd in gebeten of op gesabbeld of ze raakten gewoon kwijt.
Op een dag gingen we starten met een nieuwe kern en deelde ik de erbij behorende boekjes uit. Dat gebeurde gewoon willekeurig, want ze zijn tenslotte allemaal hetzelfde. Opeens zei Wout: “Juffrouw, er zit een leesaanwijzer in mijn boekje en er staat Wout op, maar het is niet de mijne!”. Ik zei: “Jeetje, dat is nou toch toevallig. Dan heb jij precies het boekje gekregen van de andere Wout, die nu in groep 4 zit! Hij heeft vorig jaar zijn leesaanwijzer per ongeluk in dit leesboekje laten zitten en nu heb ik juist dat boekje aan jou gegeven”. De hele klas was toch wel onder de indruk van hoe dit nou zo kon gebeuren. Ze zagen in, dat dit toch wel heel toevallig was. Plotseling riep Koen: “Juffrouw, in mijn boekje zit ook al een leesaanwijzer en er staat Koen op, maar hij is niet van mij”. De hele klas slaakte allerlei kreten van verbazing en ook ik wist even niets te zeggen. Was dit toeval of waren er hogere machten in het spel? Ik zei: ”Nou, zeg! Hoe kan dat nu? Dat is de leesaanwijzer van de andere Koen, die nu ook in groep 4 zit. Ook hij heeft dus zijn leesaanwijzer vorig jaar in het leesboekje laten zitten en nou geef ik juist dat leesboekje aan jou!”. De hele dag is deze opmerkelijke situatie nog regelmatig ter sprake gekomen. Tot twee keer toe kreeg een leerling juist dat boekje, dat zijn naamgenoot vorig jaar gebruikt had en die twee kinderen waren ook nog eens vergeten hun leesaanwijzer uit het boekje te halen. Ik ben de nuchterheid zelve en geloof niet zo in duistere krachten, maar dit heeft me nooit meer losgelaten. Inmiddels zijn beide Wouten en beide Koenen volwassen jonge mannen, die met beide benen volop in het leven staan, met of zonder mysterieuze voorvallen.
Met dank aan Wout van Lanen, Wout Roefs, Koen Bongers en Koen van Boekel. En jongens, bedankt, voor het leuke “praatje”, wat ik met elk van jullie nog via Messenger heb mogen maken.
Rest mij alleen nog de vraag: heb jij ooit iets meegemaakt, wat bij anderen misschien wel heel ongeloofwaardig overkomt?
Marja Verheijen