In de Neije Krant van 22 april schreef ik een verhaal over Van Hout, waar mijn opa van moeders kant werkte. Hij had de bijnaam Blekken Tinus, omdat hij de boomstammen van schors en bast ontdeed, hetgeen “blekken” heet. Op deze column kreeg ik 2 reacties, eentje van Silvia Daamen, waarover ik jullie in dit eerste vervolg ga vertellen. Het andere bericht ontving ik van Tien van Tienen, dat ik in vervolg 2 verder zal toelichten.
Enkele dagen na het verschijnen van de column ontving ik een mail van Silvia Daamen-van Haare. Ze gaf aan het artikel met smaak gelezen te hebben en dat de daarin genoemde naam “De Vloetse Thij” haar aandacht trok. Mijn vader, Thij Raaijmakers, had vroeger de bijnaam “De Vloetse Thij”. En aangezien de oma van Silvia “De Vloetse Dien” werd genoemd, werd haar interesse gewekt. Ze dacht, dat wij weleens familie zouden kunnen zijn. Temeer ook, omdat haar oma Gerardina Raaijmakers heette. Silvia nodigde mij uit voor een kopje koffie. Daar ging ik graag op in, mede omdat Silvia stamboomonderzoek doet.
Nou kom ik Silvia weleens in het dorp tegen en we wonen ongeveer 200 meter van elkaar. Altijd heb ik wel geweten, dat zij iets te maken had met een boerderij aan de Beerseweg, waar mijn ouders vroeger regelmatig op bezoek kwamen en ik veel gespeeld heb. Maar wat de connectie was, dat wist ik niet. Dus mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Hoe het nou allemaal precies in elkaar stak, daarover bleef ik in het duister tasten. Het was speculeren of wij een familieband hadden en zo ja, welke dan. Direct na ontvangst van de mail van Silvia appte ik mijn zus, Karin van den Broek-Raaijmakers (ons Kaat). Na een uur lang herinneringen ophalen, durfden wij een voorzichtige conclusie te trekken. Ons Kaat had zeker interesse om ook in te gaan op de uitnodiging van Silvia.
Toevallig kwam ik nog een nicht van ons tegen, Helmien en ik vroeg of ze zin had om ons te vergezellen. Silvia had gevraagd of wij nog in het bezit waren van bepaalde documenten en foto’s en gelukkig had Helmien een doos vol met herinneringen.
En wat hebben wij met zijn vieren een informatieve, maar vooral gezellige middag gehad. Ook werd mij veel duidelijk over onze familiebetrekkingen, iets wat ik nooit geweten heb. En eigenlijk ook iets wat ik me nooit echt afgevraagd heb. Maar naarmate de leeftijd vordert, blijken dit soort zaken toch van een groter belang te worden. Ojee, ik word oud!
De oma van Silvia bleek een zus van onze opa te zijn. En de moeder van Silvia was dus een nicht van ons pap. Wat zijn wij dan van elkaar? Achternichten? Of achter-achternichten? Dat maakt ook niet uit: we zijn familie! Helmien en mijn zus konden Silvia zich nog duidelijk herinneren. Een mooi, klein meisje met een prachtige bos blonde krullen. Ik eigenlijk niet, waarschijnlijk omdat ik de oudste van het viertal ben en ik als puber beslist met andere dingen bezig was als met mooie kleine meisjes met blonde krullen.
Ook heb ik altijd geweten, dat de naam “De Vloetse Thij” iets te maken had met boerderij De Vloed aan de Domeinenstraat in Mill. Maar wat precies? Silvia wist ons te vertellen, dat haar oma Gerardina Raaijmakers en onze opa Martinus Raaijmakers als broer en zus in deze boerderij gewoond hebben. Dit blijkt uit een document van het Bevolkingsregister uit die tijd. Of ze er ook geboren zijn, dat is niet bekend. De Vloetsestraat ontleend ook zijn naam aan boerderij De Vloed.
Er is ons veel duidelijk geworden, we hebben oude foto’s bekeken, herinneringen opgehaald en smakelijk gelachen om verhalen van vroeger. Silvia, nogmaals hartstikke bedankt voor de uitnodiging. Nu weet ik tenminste tegen wie ik “Goeiedag” zeg, als ik je tegenkom.
Met dank aan Myllesheem en Toon Willems van “Mill van Toen” voor de foto.
Rest mij alleen nog de vraag: met wie zou jij weleens oude herinneringen willen ophalen?
Marja Verheijen