Zoals vorige week al aangekondigd in Blekken Tinus (vervolg 1) vertel ik jullie vandaag over het bericht van Tien van Tienen, dat hij mij stuurde naar aanleiding van mijn column over Van Hout. Hij schreef, dat ie het stuk met veel interesse had gelezen en dat de erbij geplaatste foto bij hem herinneringen opriep. Vanuit zijn kamerraam had hij zicht op de fabriek van Van Hout en hij heeft zo’n 40 jaar geleden het pand nageschilderd. Hij nodigde mij uit om een kijkje te komen nemen. Ik ging graag op zijn uitnodiging in, want altijd al bewonderde ik zijn realistische tekeningen.
Tien is 85 jaar en staat nog volop in het leven. Hij geeft elke maandag tekenles bij het Hobby Centrum in Mill. Daar leert hij de mensen, dat je gewoon je handen moet laten tekenen, wat je ogen zien. Nou ja, gewoon.
Tien opent de voordeur voor mij en hij ziet er uit om door een ringetje te halen. Een vlekkeloos witte broek, rode colbert, geruite gilet en een rode vlinderdas. Als ik hem daarvoor complimenteer, geeft hij zelf een verklaring: ”Als een mens lelijk is, moet ie zichzelf versieren”.
In zijn huiskamer hangen veel schilderijen en tekeningen van zijn hand en ik bekijk ze met grote bewondering en ik geef aan, dat ik hier toch wel jaloers op ben. “Ja”, zegt ie, ”Jij noemt dat jaloers. Maar dat is niet het juiste woord. Dat moet je anders zeggen: jij zou het ook wel willen kunnen”.
En zo is het bij Tien ook begonnen. Toen hij op school voor een technische tekening een 4 kreeg, werd zijn interesse in tekenen in één klap te niet gedaan, totdat ie later een schilderij van een paard zag en dacht: ”Als ik dat nou toch eens zou kunnen!”. Hij ging een schildercursus volgen en bleek een natuurtalent te zijn. Ondanks zijn drukke werkzaamheden in zijn winkel is hij blijven tekenen en heeft hij al veel mensen vereeuwigd tot een prachtig portret, zo realistisch, dat het niet van een foto te onderscheiden is. En terwijl ik verwachtte een heel arsenaal aan tekenmaterialen aan te treffen, laat hij mij een heel normaal vulpotlood zien, waarmee hij al dat moois op papier tovert.
Ik vertel even over wat ik zoal aan creativiteit in mijn leven heb gedaan. En soms denk ik, als ik me op één ding gefocust had, zou ik daar weleens goed in geworden kunnen zijn. Nu kan ik van alles een beetje. Maar ook hier geeft Tien me weer een wijze levensles. “Het is niet belangrijk of je ergens goed in bent, het belangrijkste is, dat je het leuk vindt!”.
Tien laat me nog meer van zijn werk zien en hij vertelt, dat er achter elke tekening wel een verhaal schuilt. Zo ook bij het schilderij van Van Hout. Toen hij bezig was met het schilderij, werden juist op dat moment de silo’s afgebroken. De metalen gevaartes lagen gelukkig nog op de grond om afgevoerd te worden en Tien heeft ze toch nog na kunnen schilderen om zo zijn schilderij te kunnen voltooien. Hij hoefde ze alleen maar weer rechtop te zetten.
Op het tafeltje naast hem ligt een portret, waar hij nog mee bezig is. De verhoudingen van het gezicht, de gelaatstrekken en alle lijnen en vlakken kloppen exact. Hij laat zijn handen zien. Handen, die altijd hard gewerkt hebben en waar veel moois uit voortgekomen is. En weer geeft hij me een wijze les mee. “Blijven bewegen! Elke avond op de hometrainer. En gewichten van 4 kilo heffen net zo lang totdat ze 100 kilo lijken te wegen”.
Tien, bedankt voor het interessante en inspirerende bezoek.
Rest mij alleen nog de vraag: wat zou jij wel willen kunnen?
Marja Verheijen