Zo’n 50 jaar geleden was ik als jong meisje met mijn oom op een oude boerderij. Ik weet niet meer waar en ook niet waarom we daar waren.
Op het rommelige erf van de boer ontwaarde ik een antieke kinderwagen, zo eentje met een rieten mand en met ijzer beslagen houten wielen. Zijn kinderen gebruikten de wagen om er mee over de binnenplaats te racen. Daar ik in die tijd helemaal weg was van antieke poppen en zelf poppenkleertjes maakte, zag ik een heel romantisch beeld voor me: die kinderwagen vol met antieke poppen en oude beren. Ik kocht de kinderwagen voor een klein bedrag, knapte hem helemaal op en hij stond te pronken op mijn slaapkamer met daarin zelfgemaakte poppen. Wat was ik er blij mee! Die echte antieke poppen zijn er nooit gekomen, want de gemiddelde antieke pop kostte destijds al tussen de 500 en 1000 gulden. Eenmaal gehuwd was er niet altijd plaats voor de kinderwagen en hij verhuisde van de ene ruimte naar de andere totdat hij op de zolder van de garage belandde, waar hij de afgelopen 15 jaar stond te verstoffen.
Enkele maanden geleden stond Toon Willems bij mij aan de deur, jullie allen wel bekend van de prachtige oude foto’s van Mill van Toen. Hij kwam als lid van heemkundekring Myllesheem mij vragen of ik voor deze stichting in De Neije Krant wilde schrijven. Aangezien ik het schrijven van verhalen steeds leuker ga vinden, werd ik enthousiast. Maar ik weet weinig van het Mill van toen en van het Mill van nu en heb me nooit verdiept in de historie van mijn woonplaats, hoewel ik er mijn hele leven al woon. Dus we kwamen tot de overeenkomst, dat de heemkundekring bepaalt over welk onderwerp ik ga schrijven en mij daarover allerlei informatie en documentatie aanlevert, zodat ik er een verhaal van kan breien. Zo geschiede! En ik moet zeggen: ik vind het heel interessant en leuk om te doen. Inmiddels zijn er al 5 verhalen onder de titel “Myllesheem vertelt” gepubliceerd in De Neije Krant.
Om met de leden van Myllesheem kennis te kunnen maken werd ik uitgenodigd voor hun jaarlijkse uitstapje, ditmaal naar het Boerenbondsmuseum in Gemert. Het was een gezellige dag en onder het genot van een echte Brabantse boerenlunch genoten we van het prachtige openluchtmuseum. Ik was er nog nooit geweest, maar ik vond het een feest van herkenning, want in de vele idyllische pandjes zag ik allerlei gebruiksvoorwerpen van vroeger. Een ritje met het boemeltreintje door het dorp maakte de mooie ervaring compleet en we werden ook nog eens getrakteerd op een humoristische gids, die met trots over zijn Gemert vertelde. Een geslaagde dag!
Nou zult u wel denken: wat heeft ’t een met ’t ander te maken?
Ik kreeg het idee, dat mijn antieke kinderwagen in het Boerenbondsmuseum veel beter tot zijn recht zou komen en dat er veel meer mensen van zouden kunnen genieten als op onze garagezolder. Dus ik nam met het museum contact op en kreeg al meteen een enthousiaste mail terug van de coördinator Inrichting, dat ze zo’n soort kinderwagen nog niet in hun collectie hadden.
Dus vorige week hebben mijn man en ik de kinderwagen naar het museum gebracht. We werden hartelijk ontvangen door een viertal dames, die in de opslagruimte met liefde hun vrijwilligerswerk uitoefenden te midden van vele oude kostuums, antieke kinderkleding, snoezige doopjurkjes en dameshoedjes van weleer. Na een gezellig praatje gingen wij weer huiswaarts, maar eerst heb ik nog met enige weemoed omgekeken naar mijn kinderwagen en heb ik definitief afscheid genomen van een mooie jeugddroom.
Rest mij alleen nog de vraag: heb jij jouw jeugddroom kunnen verwezenlijken?
Marja Verheijen,