Regelmatig krijg ik via de mail of gewoon tijdens het boodschappen doen reacties op mijn verhalen. Mensen beantwoorden mijn vraag, die ik aan het eind van mijn column stel of geven aan het met plezier te lezen.
Nog nooit heeft echter iemand mij een voorstel gedaan tot het stellen van een specifieke vraag. Tot onlangs op het marktplein, toen ik na een boodschap samen met mijn kleindochter net wilde wegrijden en er op het autoraampje werd geklopt. Jan, laten we hem voor het gemak zo noemen, liet mij zijn zojuist gekocht pakje sigaretten zien en zei: ”Wanneer komt er bij “De vr??g van vandaag” de vraag: wanneer stop je met roken?” Het gitzwarte pakje met de confronterende foto erop hield hij recht voor mijn neus en hij vertelde, dat het hem voor de zoveelste keer gelukt was enkele maanden te stoppen, maar toch de verleiding niet had kunnen weerstaan en weer was begonnen. “Het is een verslaving en mensen snappen vaak niet hoe moeilijk het is om daaraan niet toe te geven. De eerste week begin je vol goede moed en dan zit je ineens op een terrasje de rook van iemand anders op te snuiven”. Om aan te geven hoeveel impact het stoppen met roken op een mens heeft, vergelijkt hij het met, dat iemand jou verbiedt je kleinkind nog ooit te zien. En ik kijk naar mijn mooie, lieve meisje naast me. Ik begrijp hem meteen.
Nou heb ik nooit gerookt, maar liep ik toevallig de laatste weken wel met het idee om eens hierover iets te schrijven. Maar eerlijkheidshalve moet ik toegeven, niet uit begrip voor mensen zoals Jan, maar meer uit ergernis over het onbegrip van een deel van de rokende mens richting zijn niet-rokende medemens. Sorry, Jan!
Mijn vader was een fervent roker en pufte heel wat Drum shag weg. Als jong meisje had ik daar al een gruwelijke hekel aan en vervloekte ik die “stinkstokken”. Natuurlijk vond ik het in mijn tienerjaren heel stoer staan om in het borstzakje van mijn spijkerjasje een pak shag te dragen. Gelukkig ben ik bij mijn principes gebleven en nam ik genoegen met alleen een haarborstel.
Ik was vroeger niet bepaald een enthousiaste feestganger, vooral omdat ik ontzettende last van de rook had. Rond mijn 18e bleek dan ook, dat ik astma had en mijn longen gevoelig waren voor stof, rook, parfum en sprays. Met enige regelmaat was ik te vinden bij de longarts in het Radboudziekenhuis te Nijmegen. En toen sinds het jaar 2000 er in openbare gebouwen niet meer gerookt mocht worden, stonden links en rechts van de hoofdingang van dit hospitaal het ziekenhuispersoneel en patiënten, soms met infuus, te roken. Totale verbijstering en onbegrip maakten zich meester van mij! Ik moest namelijk als astmapatiënt en mede met mij vele anderen door dat rookgordijn heen.
Ook afgelopen zomer kon ik me weer zo ontzettend irriteren aan al die rokers, die nog snel voor het betreden van bijvoorbeeld een restaurant een sigaret moeten paffen recht voor de deur.
Als ik op een terrasje wil gaan zitten, kijk ik eerst rond waar de rokers zich bevinden, als ik ze al niet geroken heb. En als je denkt een rookvrij plekje gevonden te hebben, dan maar hopen, dat er niet iemand aan het tafeltje naast je er nog eentje voor de gezelligheid opsteekt.
Ik begrijp het genot van roken (nou ja, in enige mate dan), ik begrijp hoe moeilijk het is om hiermee te stoppen, ik begrijp echter niet, dat veel rokers maar niet begrijpen wat voor impact hun gedrag op een groot aantal mensen heeft.
Jan, mijn verontschuldigingen. Ik hoop, dat je begrip kunt opbrengen voor mijn betoog. Daarom heb ik je even persoonlijk hierover gesproken en wat was het gezellig. Daarnaast heb je me ervan weten te overtuigen, dat veel rokers zeker rekening proberen te houden met de ander.
En hierbij de vraag, Jan, waarvan jij vroeg, of ik die aan je wilde stellen: wanneer stop jij met roken?
Rest mij alleen nog de vraag: welke vraag zou jij aan jezelf moeten stellen?
Marja Verheijen,