De voordeurbel gaat. Ik heb alle tijd van de wereld, nauwelijks verplichtingen, dus ben nog niet beneden geweest ofwel nog niet op. Ik maak het raampje open van de badkamer en roep oehoe! Tja ik woon aan de bosrand waar ik vaak een uil hoor dus ik pas me gewoon aan.

De pakjes bezorger zet een paar passen terug zodat hij me kan zien en ik vraag of ik moet tekenen. Nee dat hoeft niet dus kan hij het pakje gewoon bij de deur zetten. ‘Houdoe!’ roept hij heel enthousiast en ik kan het niet nalaten om ook houdoe te roepen en hem te complimenteren dat hij een echte Brabander is. De man van buitenlandse afkomst schenkt me een brede lach. 

In de donkere dagen voor Kerstmis, als er werkelijk geen straaltje zon is te bekennen, moet ik zelf op zoek naar wat vrolijkheid. Dankzei de mierzoete kerstfilms die ik in eerdere jaren bekeek, waarin de warme chocoladedrank altijd voorbijkwam, weet ik nu ook dat ik hem kan opleuken. Een beetje chilipoeder en kaneel erbij doet wonderen. Ik meen dat nootmuskaat ook kan, maar zo ver ben ik nog niet gekomen dit jaar. Zo op het einde van het jaar met de jaarwisseling in het verschiet vraag ik me af of het afgelopen jaar ook een feestje was voor mij. Of anders gezegd heb ik veel leuke herinneringen opgebouwd wat tegenwoordig een veelgenoemde uitspraak is. Het lijkt me echter leuker om te kijken waar ik dankbaar voor ben. Als ik me daarvoor open dan is dat tot mijn verwondering een hele waslijst. Ik loop eigenlijk over van dankbaarheid merk ik als ik hier over nadenk. Het begint al in mijn eigen huis. Ik heb een dak boven mijn hoofd, binnen is het lekker warm. Ik kan, ja inderdaad met moeite, maar toch… zelfstandig mijn bed uitkomen en slaap even vrolijk een uur later weer op de bank verder als ik weer van die dagen heb. Ik heb fijne buren, overburen die klaar voor me staan als ik een beroep op ze doe. In deze tijd kun je de boodschappen en zelfs het eten thuis laten bezorgen en nadat ik zo ver was, dat dit me wel wat leek, sprong ik een gat in de lucht. Geen gesjouw, de mannen en ook vrouwen die komen bezorgen zijn allemaal even vriendelijk, dus wat wil je nog meer. De maaltijden laten bezorgen was wel een dingetje maar als je de dankbaarheidsknop hebt ingedrukt ben je ook hier heel blij mee. Ik kan heerlijk kiezen wat ik wil eten, eet nieuwe gerechtjes want dat vind ik leuk en kan er inmiddels ook van genieten. Ik ben dankbaar dat mijn jongste zoon met vrouw en kinderen binnenkort gaan verhuizen naar een mooie nieuwe plek. Ik ben dankbaar dat mijn oudste zoon wat minder is gaan werken, zijn baan is al zwaar genoeg. Zo heeft hij wat meer vrije tijd en ruimte om te kijken wat hij verder nog wil doen. Ik ben dankbaar dat de ene zoon wat rustiger in het leven staat en niet meer zo emotioneel en depressief is. En ik ben dankbaar dat Daan het nog steeds volhoudt, ik ben heel blijk en dankbaar voor Poekie de poes en ik ben dankbaar dat Daan vaak zo dankbaar is. Ook al heeft hij het zwaar met stemmen horen. Dankbaar dat mijn zonen in goed overleg de erfenis zo goed geregeld hebben. Samen het huis leeg maken, de rotzooi opruimen, een grafsteen uitzoeken, praten over hun vader die zo’n warme herinneringen heeft achtergelaten, mooie en eigenwijze. Zo schrijvend en herinnerend besef ik dat ik nog veel meer dankbaarheid bezit, dit is nog maar het topje van de ijsberg. En daar ben ik heel dankbaar voor.

Tilly Gerritsma, Mill