Ondernemingen kunnen een fiscale eenheid voor de BTW vormen als ze in financieel, organisatorisch en economisch opzicht met elkaar verweven zijn. De fiscale eenheid krijgt dan een BTW-nummer om aangifte te doen.

Met dit BTW-nummer kun je in één keer aangifte doen voor alle ondernemingen in de eenheid. Maar je kunt ook op verzoek per onderneming aangifte blijven doen. Doe je zaken met een ondernemer in het buitenland, dan blijven de ondernemingen in de fiscale eenheid hun oorspronkelijke (eigen) BTW-nummer gebruiken. Dit is het BTW-nummer van vóór de vorming van de fiscale eenheid. In de Wet omzetbelasting is opgenomen welke gegevens je op de factuur moet vermelden. Als jouw onderneming niet aan de factuurvereisten voldoet, riskeer je een boete.

De volgende gegevens zijn in ieder geval wettelijk verplicht:

  • de naam van het onderdeel dat de prestatie levert;
  • het BTW-nummer van het onderdeel dat de prestatie levert;
  • het bedrag dat u in rekening brengt, exclusief BTW;
  • het BTW-tarief dat u in rekening brengt;
  • het BTW-bedrag.

Over onderlinge leveringen van goederen en diensten tussen de ondernemingen in de fiscale eenheid betaal je geen BTW. De ondernemingen in de fiscale eenheid mogen elkaar hiervoor geen BTW in rekening brengen. Dat betekent dat je voor onderlinge leveringen dan ook geen BTW kunt aftrekken als voorbelasting. Het is raadzaam om wel een factuur uit te reiken, maar vermeld dan op de factuur ‘geen BTW vanwege fiscale eenheid BTW'.

Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill.