De Hoge Raad heeft beslist dat een ondernemer die 10% of meer van zijn huurwoning voor zijn onderneming gebruikt, het huurrecht van die woning – binnen de grenzen van de redelijkheid – tot het ondernemingsvermogen kan rekenen.
Bij die keuze kan de ondernemer de gehele huur van de woning als bedrijfskosten opvoeren, voor het privégebruik van de woning moet hij een forfaitaire onttrekking in aanmerking nemen. Per saldo resteert een forse kostenaftrek. Hof Arnhem heeft deze aftrekpost eerder toegestaan, Hof Den Haag wees die af. Die Haagse zaak is nu door de Hoge Raad beslist, met een positieve uitkomst. Voor heel veel ZZP-ers is dit goed nieuws!
Leen Kleingeld werkte als zelfstandige in de bouw. Hij verrichte voorbereidende en ondersteunende werkzaamheden thuis, in een werkkamer in zijn huurwoning. Leen betaalde voor zijn huurwoning in 2010 € 8.935 aan huur en kosten voor gas, elektra en water. Hij claimde aftrek van de volledige huur van zijn woning, voor het privégebruik van de woning voerde hij een bijtelling van € 2.700 op. Hij stelde dat hij het huurrecht van zijn woning tot zijn ondernemingsvermogen had gerekend – het huurrecht was dienstbaar aan zijn onderneming, de woning werd voor meer dan 10% voor zijn onderneming gebruikt – en hij claimde de kostenaftrek zoals die door Hof Arnhem was toegestaan.
Hof Den Haag accepteerde die kostenpost niet. De werkruimte was geen kwalificerende werkruimte in de zin van de belastingwet en daardoor werd niet voldaan aan de wettelijke vereisten voor een kostenaftrek. Het Hof besliste dat het huurrecht geen bedrijfsmiddel was: het recht was niet overdraagbaar, en tegenover het huurrecht stond de periodiek te betalen huur zodat het recht geen waarde in het economisch verkeer had.
In cassatie besliste de Hoge Raad anders.
Ons hoogste rechtscollege besliste dat een huurrecht een vermogensrecht is, een goed in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Dit heeft tot gevolg dat een huurrecht – dat ook voor de bedrijfsuitoefening gebruikt wordt – tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend. Bij deze vermogensetikettering kan het gehele bedrag van de huur van de woning op de bedrijfswinst in aftrek worden gebracht. Voor het privégebruik van de woning moet een forfaitaire bijtelling van 1,85% van de WOZ-waarde van het privé gedeelte van de woning worden toegepast. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond.
Peter Meulepas, administratie- en belastingconsulent te Mill