Als ik het filmpje bekijk zie ik Floris in bed liggen. Het is donker, het filmpje is opgenomen van het beeld van de babyfoon.
Floris is zijn verjaardag nog eens dunnetjes aan het herbeleven. Hij is twee geworden en heeft uiteraard heel veel cadeautjes gekregen. Ik hoor hem zeggen: vlaggetjes, hoera, hoera, hoera. En daarna heel hard en enthousiast: Hiep, hiep, hoera!
Heerlijk is het dat ze op die leeftijd zo spontaan zijn en als ze iets niet bevalt, het van het gezicht of de houding af te lezen is. Wanneer zijn we dat kwijtgeraakt en heeft men ons sociaal wenselijk gedrag geleerd. Bij een bepaalde leeftijd en als we naar school gaan. En is het goede hiervan niet zwaar doorgeslagen naar de negatieve kant voor onszelf. Omdat we niet eerlijk iets tegen de ander durven te zeggen. Omdat het de ander wellicht kwetst? Je zelf niet met de billen bloot durft? Het blijft moeilijk en ik ben daar nog niet helemaal over uit. Bij de een kun je of durf je meer jezelf te zijn en bij de ander kan je dat beter niet doen. Om de simpele reden dat hij of zei op een net iets andere golflengte zit. Daar ben jezelf of de ander niet slechter of minder door, het is gewoon zoals het is. We hebben immers allemaal een bepaalde interesse, ervaring of inzicht opgebouwd door onze levenservaring. Als ik terugkijk naar mijn leven dan is wat vroeger zwaar was en allesbehalve leuk, mijn leerzaamste periode geweest in mijn leven. Daardoor ontwikkelde ik meer begrip en compassie voor mijn medemens, mijn ervaringswereld werd weer wat groter. Anderzijds moet je mijns inziens geestelijk ook zo ver zijn dat je dit allemaal kunt verwerken. Meer dan twintig jaar geleden kocht ik een boek dat ik toch echt een te ver van mijn bed show vond. Het kon onmogelijk echt of waar zijn. Na een paar bladzijden te hebben gelezen, heb ik het in mijn kast gestopt. Niet direct weggegooid want ja mijn programmering was zuinig. En nu, zoveel jaren verder, kan ik het wel zonder veroordelen lezen. Het programma schaamte, schuld en boete giert door me heen. ‘Allemaal loslaten zus’ zei een goede vriend die eenieder ziet als zijn broeder en zuster. Een beetje jaloers ben ik wel dat hij dat zo gemakkelijk kan. Als ik hem dat vertel geeft hij zijn stralendste glimlach. ‘Je komt er wel zus, eerst moet je iets willen zien of her(er)kennen, pas dan mag je het weer loslaten.’ Geweldig als je mensen om je heen hebt die met een iets andere blik, wellicht scherper… kunnen zien. Of dieper omdat ze het menselijk lichaam zien als een tijdelijk iets. ‘We zijn bewustzijn dat zich tijdelijk manifesteert via het lichaam maar het lichaam niet is’ zegt dezelfde vriend en al gauw volgt er een interessant gesprek hoe we de mens, het leven en al wat er nu speelt zouden kunnen zien. Heel fascinerend is het om te zien dat je geest ofwel je bewustzijn ook groeit. Je hebt levenservaring nodig om te kunnen groeien, om je bewustzijn uit te laten dijen. Ik herinner me zijn opmerking die hij jaren geleden vaak inzette. ‘Ieder mens heeft zijn Eigen Wijsheid, maar je eigenwijsheid houdt je ontwikkeling tegen.’ Een mooie maar soms ook moeilijk want wanneer ben je Eigen Wijs, vraag ik hem. ‘Als je je over kunt geven aan de stroom van het leven, je laat inspireren door een vonk die jou nieuwe inzichten geeft.’ ‘Is die vonk dan niet van mij?’ vraag ik hem quasi verbaasd. ‘Jij bent mij, ik ben jou, wij allen zijn één’ is zijn antwoord en ik besef dat ook ik nog een kind ben die lerende is.
Tilly Gerritsma, Mill