‘De tijd vliegt voorbij’ zegt men weleens. Ten aanzien voor het schrijven van een column van de Neije krant, inmiddels alweer tien jaar, lijkt dat ook zo.
Een krant voor en door de bewoners van Mill waarin lief en leed, wensen en verwachtingen, blijde en minder blijde gebeurtenissen gedeeld worden. ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’ is ook zo’n mooi gezegde en dat geldt wat mij betreft voor de krant alsook mijn echte buren.
Aangezien mijn moeder van 92 jaar naar het zorgcentrum Aldenhorst verhuisde, moest het huis leeggeruimd worden. Een woning met weliswaar twee slaapkamers maar geen zolder, geen kelder en geen grote schuur of tuin, dat zou toch best meevallen? Behalve natuurlijk als je meegenomen wordt door oude herinneringen die je, zorgvuldig bewaard, tegenkomt. En die uiteraard nog eens bekeken moesten worden. Een zwem-pas van ‘Het Anker’ met foto van moeder uit lang vervlogen tijden. Bonnetjes van grote of bijzondere uitgave waar en wanneer gekocht en voor welke prijs. Het mooie handschrift van mijn vader waar hij de uitslag van het kaartspelletje met mijn moeder noteerde. Zelfs de uitgave van de feestgids van het huwelijk van mijn vader en moeder kwamen we tegen. Evenals het kleine boekje waarin mijn moeder de evacuatie van haar familie had omschreven. Op november 1944 gingen zij vanuit Oeffelt evacueren. Met kruiwagens of kar en paard gingen de bewoners van Oeffelt op pad. Via Haps, Mill en vandaaruit met auto’s naar Bakel, Boxtel waar ze een paar dagen verbleven. Daarna naar Mol in België. Lang nadat Nederland bevrijd was zaten zij nog in België. Regelmatig had moeder hierover verteld maar nu zag ik hetzelfde verhaal terug in het boekje wat ze als jong meisje opgetekend had. Een prachtig handschrift met bijpassende tekeningen.
Het huis moest dus leeg en ik kreeg de droger en het gasfornuis. Helaas ging er met de installatie wat mis zodat het gas rijkelijk stroomde waar het juist niet gewenst was. Dankzei mijn overbuurman, ik kreeg instructies wat ik moest kopen, heeft hij dat probleem opgelost. Ik kan met een gerust hart weer koken en bakken. Een andere overbuurman zorgde ervoor dat mijn oude spulletjes naar de buurtcontainer (ijzer) werden vervoerd. Ook in het verleden stond er altijd wel een buur klaar als ik weer iets niet wist van stroom, de computer of hoe in hemelsnaam dat plankje op te hangen. Ook mijn jonge buurman heeft me al twee keer uit de brand geholpen door over de poort te klimmen als ik mijn sleutel weer eens vergeten had. Je kunt dan wel ergen een reservesleutel neergelegd hebben maar als de poort op slot is… tja. ‘Beter een goed buur dan een verre vriend’ is voor mij dan ook zeker van toepassing. Ik ben blij met mijn buren die als het nodig is, altijd voor me klaar staan.
‘Iedereen heeft kwaliteiten’ zei een vriendin vaak en dat is natuurlijk ook zo. Afgelopen week zaten we bijeen met een groepje mantelzorgers. Het luisterend oor wat dan geboden wordt, niet oordelen maar er enkel zijn, kan als zeer helpend ervaren worden. En ook informatie uitwisselen waar welke hulp te krijgen doet je goed, je staat er niet alleen voor. Er is zoveel hulp te vinden in de buurt, soms meer dan je denkt. ‘Sprekende mensen zijn te helpen’ zei mijn moeder altijd en dat is natuurlijk ook zo. Want je kunt een probleem niet ruiken alhoewel… gas stinkt behoorlijk. Dankzei mijn buren heb ik een prettiger leven en dat is toch geweldig. Lang leven de buurt- Neije krant en ons aller buren. Dat we elkaar waar nodig is, in vriendschap mogen blijven helpen.
Tilly Gerritsma, Mill