‘Het is er nog niet van gekomen’ vonden we, mijn moeder en ik, een fantastische manier op iets te duiden. Beter dan: ik was te lui, te moe, vergeten, geen tijd en ga zo maar door. ‘Het is er nog niet van gekomen’ houdt een soort van belofte in, een welwillend gebaar maar helaas… er nog niet toe gekomen.
Helaas en dat is dan wel weer heel vervelend, heb ik veel van dergelijke klusjes die nog op me staan te wachten. Mijn grootste zorg is, je kunt je immers maar ergens druk om maken, dat ik plotsklaps ben gaan hemelen. Het hemelen zit me niet dwars en ook met het plotsklaps kan ik goed leven, maar ik schaam me werkelijk dood als mijn kinderen mijn huis uit moeten ruimen. Nog veel te veel zijn mijn kasten gevuld met: sund om weg te gooien of wellicht kan iemand het ooit nog gebruiken. In een van mijn of wellicht wel meerdere vorige levens moet ik beslist bittere armoe hebben geleden dat ik zo aan het potten ofwel sparen ben geslagen. Loslaten is op dat gebied toch nog wel een dingetje. Dus de moed toch maar eens verzameld om te kijken of ik wat orde kan herstellen om liefst zoveel mogelijk weg te gooien.
Mijn twee nachtkastje met ieder twee laden, zitten boordevol spullen die ik nooit aankijk. Sterker nog ik zou niet kunnen zeggen wat er allemaal op mij ligt te wachten om eens ter hand te worden genomen. Tijd om op te ruimen dus. Bij de eerste envelop ga ik al de mist in. Daar zit het boekje ‘ons kind’ in met allerlei tabellen, grafieken en wetenswaardigheden van het pasgeboren kind. Gesponseerd door Nutricia. Ook de voeding en ontwikkeling staan beschreven. Bij de geboorte woog ik 3 pond en 4 ons dus een fijn klein en teer kindje. Leuk om te lezen maar wie zit er op dergelijke info te wachten. En waarom kan ik dat niet weggooien? Dan kom ik een schrift tegen waarin een werkvakantie beschreven wordt. Jaren geleden ben ik met een van mijn zonen op vakantie geweest om hem in beweging te krijgen. Niet alleen fysiek maar ook mentaal. Als we samen op dezelfde weg wandelde ervoer mijn zoon alleen maar negatieve dingen terwijl ik me voornamelijk richtte op de positieve dingen die ik onderweg zag. We deden schrijfoefeningen en iedere dag schreven we op wat er gebeurd was. Het knetterde wel eens maar het was ook een fantastische ervaring waar we beide geen spijt van hebben gehad. Mijn zoon noemt het nog altijd een werkvakantie.
Toch kan ik zowaar het nodige weggooien en als ik een paar dagen later het geboorteboekje nog eens wil nakijken kan ik het met geen mogelijkheid meer vinden. Toch weggegooid? En lig ik er wakker van? Nee dus! Een oud-collega bij de VVV vertelde eens dat een stapel paparassen dat er al jaren lag, gewoon weggegooid moest worden. Niet nakijken dus of er ergens toch nog iets belangrijks in zal staan. Want wat is nu belangrijk als je er al jaren niet naar omgekeken hebt? En wellicht zelfs niet weet wat er allemaal eens, lang geleden, beschreven is. Dat geldt feitelijk voor heel veel dingen met name ook voor kleding die je al heel lang niet meer gedragen hebt. En de ijdele hoop dat je die eens nog kunt dragen ‘kapotgeschoten’ wordt omdat je een andere maat hebt gekregen. Nou ja gekregen… zelf gecreëerd. Beetje bij beetje zal ik het wel leren vermoed ik. Het weggooien ofwel loslaten. Het eerste begin heb ik gemaakt. Op naar de volgende kasten en aan de zolder denk ik nog maar even niet. Ik ben er nog niet toe gekomen.
Tilly Gerritsma, Mill