Gelukkig stond ik nog niet onder de douche toen de telefoon ging. De man van de traplift. Of hij wat eerder mocht komen om te komen meten. Er was een afspraak uitgevallen. Over drie kwartier zou hij er zijn en dat gaf me gelukkig net voldoende tijd om te douchen en aan te kleden.

Gelukkig kwam hij toch nog iets later zodat ik nog wat meer ruimte had. Of hij mijn lengte mocht meten? Ja natuurlijk dat is geen probleem en ik vroeg me af wanneer dat voor het laatst gebeurd was. Mijn rijbewijs? Paspoort? Wellicht in het ziekenhuis? Ik zou het echt niet meer weten. Of mocht ik toen gewoon gokken en geloofden ze het wel als ik mijn lengte vertelde. Ik was maar een à twee centimeter gekrompen maar de eerlijkheid gebied me te zeggen dat het toch een beetje uit de losse pols gemeten werd. Niet keurig langs een muur of deur maar gewoon met de rolmaat naast me. Maar hoe belangrijk kan in deze mijn lengte zijn als ik bij officiële instanties ook zelf mag gokken. Even later moest ik op een stoel gaan zitten, benen zo ver mogelijk onder mijn stoel en hij knielde voor me neer. Fantastisch… een man die ’s morgensvroeg om 11.00 uur voor mij op de knieën gaat. Ik vond het helemaal geweldig en vertelde hem dat mijn ex-man nooit voor me op de knieën was gegaan. ‘Daarom is het ook je ex-man’ zei hij gevat maar verontschuldigde zich ook direct voor zijn opmerking. Ja dat heb je soms hé. Dat flap je er iets uit zonder te weten of het in goede aarde valt. Mijn ex en ik kunnen echter samen goed door een deur dus met zijn opmerking had ik totaal geen probleem. Liefst drie keer is de beste man voor mij, nou ja voor mij… op de knieën gegaan. Twee keer om een goede foto te krijgen dus die tellen eigenlijk niet mee. Ook mijn gewicht moest hij weten en tja dat is altijd een dingetje. Had echter een paar geweldige redenen, kan fysiek nauwelijks iets dus doe ook niets dus kan ook niet afvallen. Hij beaamde dat volledig dus we zaten weer volledig op hetzelfde spoor en dat is wel zo prettig. 

We hadden een gezellig gesprek en ik vertelde hem dat ik lang gewacht had om een traplift aan te vragen. Want ja als je eenmaal geen trap meer loopt dan wordt dat steeds moeilijker. Maar helaas, al mijn pogingen bij het reguliere en alternatieve circuit, hebben maar mondjesmaat geholpen. Misschien zit er niet meer in en moet ik blij zijn met wat ik nog wel kan. Maar mijn wilskracht wordt af en toe toch nog een klein laaiend vuurtje om te kijken wat nog wel mogelijk is. Dus ik heb weer een nieuw doel in mijn leven en ga onderzoeken of me dat lichamelijk en mentaal wat verder kan helpen. 

Een paar dagen later denk ik nog eens na over het knielen voor een ander. Het kan natuurlijk heel praktisch zijn maar ook iets heel moois, iets sereens, een vorm van smeken. Angst en liefde zijn hierin prachtig vertegenwoordigt. En hoe zit het met mijn ervaring van op de knieën gaan. Ik heb het regelmatig wellicht zelfs iets te vaak figuurlijk gedaan. Eenmaal ben ik voor een man op de knieën gegaan en ook dat was puur praktisch. En ook hij genoot er intens van dat een vrouw voor hem op de knieën ging, net zoals ik genoot van de hoffelijke beweging van de man die voor mij op de knieën ging. Prachtig en dan laten we het maar niet hebben over het weer moeizaam opstaan na de knieval. Dat is weer een heel ander verhaal.

Tilly Gerritsma, Mill