‘Die van ons doet dat niet’ lees ik in de Neije krant. Een uitnodiging van een thema-avond op maandag 4 maart in Myllesweerd met als onderwerp: Overmatig alcohol en drugs gebruik onder jongeren.
Nou die van mij deden dat wel en dat heb ik geweten. We praten over bijna dertig jaar geleden en er is schijnbaar nog steeds niets veranderd. Sterker nog: Op muziekfeestjes is het de gewoonste zaak dat men een pilletje neemt, dat is goedkoper dan een glaasje bier, heb ik me laten vertellen. Dertig jaar geleden begon mijn oudste zoon met blowen en dat vond ik niet fijn. Maar ja de puberteit en ‘iedereen’ deed het, weliswaar stiekem maar toch. Veel blowen kost echter veel geld en van het een komt het ander. Hij dreigde de twee broers onder hem hierin mee te slepen en het uiteindelijke was dat hij op advies van de dokter uit huis werd geplaatst. Hij zei letterlijk: Kies je voor je ene zoon of je hele gezin gaat eraan. Nou mijn gezin ging er toch aan ook al was de oudste zoon uit huis geplaatst.
Gelukkig is wat er gebeurde al heel lang geleden maar het heeft nog een heel lang staartje gehad. Ik zelf ging er bijna aan onderdoor dat ik een zoon uit huis moest zetten. Van de vier zonen hebben drie te maken gehad met behoorlijk verslavingsgevoeligheid. Pas later kwam ik erachter dat het ook heel gevoelige zonen waren. De psychiatrie drukte er allerlei stempels op maar voor mij waren en zijn het heel gevoelige zonen. Zonen die alle info die binnenkwam niet konden verwerken of het langs zich af konden laten glijden. In de psychiatrie benoemt men dat als geen filter hebben zodat alles heel hard en vaak rauw naar binnenkomt. Mijn zonen voelen heel gauw iets aan of de mens oprecht is, men iets zegt maar anders denkt en doet. Het zijn als het ware spiegels en laten ons zien hoe moeilijk ze het hebben met de maatschappij en de manier waarvan verwacht wordt dat ze leven. Het bijzondere is dat ik nooit zoveel geleerd had als ik dit niet meegemaakt had. Want ook ik zat vast in het systeem wat hoort en niet hoort. Pas toen ik echt ging luisteren en mijn zonen serieus ging nemen, met andere woorden zien hoe gevoelig ze waren en hoeveel moeite ze hadden om met hun emoties om te gaan, kwamen we verder. Ik vergeet nooit dat mijn ene zoon, die op dat moment al jaren thuis zat tegen me zei: ‘Mam, weet jij waarom ik vroeger zoveel dronk? Dan durfde ik tenminste tegen mijn vrienden iets te zeggen.’ Ik vond het verschrikkelijk dat ik dat toen hoorde. Dat ik toen pas besefte hoe moeilijk hij het had gehad. Het is bekend dat een mens ook volwassenen, als ze niet met hun emoties om kunnen gaan, het emotioneel erg moeilijk hebben, ze naar drank en drugs grijpen. Ook vroeger dronk menig man of vrouw zijn of haar verdriet weg. Het is voor mij dan ook heel duidelijk dat daar de nadruk opgelegd moet worden als men in het patroon van drugs of drank of wat voor verslaving dan ook blijft hangen. ‘Ken je zelf’ wordt er al duizenden jaren gezegd. En voor mij was deze ervaring die absoluut niet leuk was toch een ultieme kans die ik met beide handen heb aangegrepen om mezelf, maar ook mijn zonen wat beter te leren kennen. Veel aandacht door middel van gesprekken, liefde en begrip waren nodig om verder te komen. En een ander kader als ouder om toch je geluksmomenten te kunnen leren zien. Op maandag 4 maart wordt over dit onderwerp gesproken en ik draag een heel klein steentje bij.
Tilly Gerritsma, Mill