Ik kan ontzettend genieten van de onbedoelde woordspelingen van kinderen, het “foutieve” woordgebruik en hun logica. Al vanaf zijn tweede jaar noteer ik de komische uitspraken van onze kleinzoon Driek in Notities op mijn telefoon.
Datzelfde doe ik bij zijn broertje Ties en onze kleindochter Lente en over ongeveer een jaar zullen ook de eerste zinnen van Finn in mijn collectie opgenomen worden.
Driek is nu ruim 7 jaar en de echte onbevangenheid van zijn opmerkingen is er helaas vanaf, dus het is tijd om de lange lijst van komische en slimme uitspraken in een soort van boek vast te gaan leggen. Niks officieels met uitgeverijen of zo, maar gewoon een boek van Albelli of de Hema, hier en daar geïllustreerd met een passende foto. Waarschijnlijk zal hij het nu nog geen interessante leesstof vinden, maar hopelijk zal hij het ter herinnering aan mij toch ooit eens gaan lezen.
Hoeveel pagina’s het gaat worden, daar heb ik nog geen zicht op. Hopelijk is het maximale aantal pagina’s voor zo’n fotoboek toereikend, want mijn lijst is lang, heel erg lang.
Hier een kleine greep uit de reeks.
*Driek, amper 3 jaar oud, is nogal een dromer en nadat ik 3 keer iets gevraagd heb, krijg ik elke keer de wedervraag: ”Wat?” Dus ik zeg: ”Hallo, ik spreek toch geen Chinees”, waarop hij antwoordt: ”Nee, natuurlijk niet, ik ben toch ook geen Chinees!”
*Terwijl ie op zijn loopfietsje in het zonnetje aan het fietsen is, constateert hij toch wel iets heel bijzonders. “Hé, mijn schaduw fietst met mij mee!”
*Driek wil graag een cake bakken, maar oma Liesbeth zegt, dat ze maar een half pakje boter in huis heeft. Geen probleem! “Dan bakken we toch een halve cake!”
*Ome Jeroen had voor zijn verjaardag beloofd een keer met hem naar de dierentuin te gaan, maar dat liet door Corona even op zich wachten. “Als de dierentuin gesloten is, dan kunnen we ook wel naar Afrika gaan.”
*Als Driek op zijn fietsje aan het spelen was, ging hij meestal naar zijn werk. “Driek, kom eens, je moet eerst even je neus poetsen, voordat je gaat werken.” “Nee, dat hoeft papa ook nooit!”
*Driek noemt zijn loopfietsje altijd zijn motor en hij vraagt of ie een muts op mag. “Een muts? Het is hartstikke warm!” “Ja. Een brommuts.” O, een helm.
*Elk kind heeft zijn waarom-periode. Opa Theo vraagt: ”Waarom vraag je toch steeds waarom?” Het antwoord van Driek is duidelijk: ”Waarom vraag jij waarom ik steeds waarom vraag?”
*Ik had net de bolderkar klaar gezet om naar de speeltuin achter ons te gaan, toen opa vroeg of ie mee naar de bakker ging. Ik zei: ”Je kunt gerust nog even met opa mee.” Daar dacht Driek anders over: ”Opa, ik kan niet mee, want ik moet rusten.”
*En wat was ie blij, toen in het ven in het bos bij Erica na een periode van vorst “het water weer nat was”.
*Afgelopen kerst stond bij de Jumbo in Uden helaas de grote verlichte olifant er niet. Driek moest toch even aan de kassamedewerkster laten weten wat ie daarvan vond. “Dus nu zijn jullie een klant kwijt”.
*En soms waren zijn uitspraken ook nogal confronterend. “Oma, jij lijkt hier op een kameleon!” en daarbij wees hij naar mijn onderkin. Ik hou ervan!
Dus voorlopig ben ik even druk met Driek z’n boek en gaat De vr??g van vandaag even op vakantie. Hopelijk met een zomers zonnetje!
Rest mij alleen nog de vraag: wat ga jij in de vakantie doen?
Marja Verheijen,