Even lijkt mijn tuin een Hof van Eden of met andere woorden het aards paradijs. Tenminste voor bijen, vliegen maar ook voor vlinders.
Volgens mij zijn het bijen en geen wespen want ze zijn veel vriendelijker lijkt het, echte werkbijen. Recht op het doel af en geen flauwekul. Als ik heerlijk in mijn stoel lig te genieten van het prachtige weer zoemt het dat het een lieve lust is. Naar mij wordt niet gekeken er is totaal geen interesse want de klimop staat in bloei. In mijn ogen een onooglijk bloempje, een paar speldenknopjes lijkt het wel. En wat er te halen valt? Geen idee maar het zal wel vreselijk lekker zijn want het is een drukte van jewelste. Ieder najaar is het raak en lig ik als het ware in de bijenkorf met rondom vlijtige bijtjes. Hoe mooi is dat.
Bij navraag aan mijn schoondochter, zijn het wel bijen of wespen misschien? Blijkt dat het vermeende bijtje een mimicry is, een zweefvlieg. Ze heeft de foto doorgestuurd naar een vriendin van Imkerij Immenhof want zij zal het wel weten. En het antwoord is schokkend, een vlieg! De vlieg heeft het uiterlijk overgenomen van een ander dier. Mimicry of mimicrea betekent nabootsing of camouflage lees ik op Wikipeda. Jeetje daar was ik nou nooit opgekomen. Dus een tuin vol vliegen... Dat is wat minder. Wat zoeken ze toch in de bloempjes van de klimop? Suiker? Het zal wel zoet zijn, in ieder geval zijn ze ook zoet ofwel lief voor mij en ben ik nog nooit gestoken door een zweefvlieg die dus op een bij of wesp lijkt.
Mijn huis is voor mij ook een aards paradijs want stel dat je geen huis hebt, geen dak boven je hoofd. En mijn lichaam, mijn vervoermiddel behoort daar natuurlijk ook bij en niet te vergeten mijn geest en mijn bezieling, wat zou ik zonder dit alles zijn? Maar mijn lichaam en geest moeten ook gevoed worden en ik heb me toch een aanslag op mijn kelder(tje) gedaan en de vrieskist. Want sinds ik probeer zoveel mogelijk suiker te vermijden is er veel eten taboe of niet direct wenselijk. Dus heb ik van alles weggedaan om niet in de verleiding te komen en toch maar op te eten omdat het ‘sund’ is om weg te gooien. Drie maal heb ik overheerlijke ijsjes in de hand gehad, de tekst bestudeert, hoeveel suiker zit er ook weer in? En ze met een diepe zucht weer weggelegd. Maar..., ijs van fruit maken is ook overheerlijk. Ook suiker maar niet zo slecht.
Toch vond ik het moeilijk om van alles weg te geven wat voor mij niet goed is maar voor de ander dan wel? Zo ook de marmottenzalf, puur biologisch en dat triggerde mij, die ik voor mijn knieën heb gekocht. Maar waar was dat van gemaakt? Daar zullen toch geen marmotten voor gedood zijn? Bestaat er zoiets als marmotten melken? Nee, dus toch dode marmotten. Anders komen er te veel die er in de Alpen rondhuppelen, las ik ergens. Jeetje, had ik dat maar niet geweten. Dode marmotten op mijn knieën. Maar als ik de zalf nu weg doe zijn ze voor niets gestorven, wat een dilemma. ‘Je loopt toch ook op schoenen en mensen eten toch ook vlees’ was de nuchtere reactie van mijn moeder maar ik zit ermee. Weg vrolijk huppelende marmotten in de bergweide.
Voorlopig voel ik me in het aards paradijs redelijk thuis, soms ben ik erin maar ik schiet er ook wel eens uit maar kan altijd weer binnen komen. Wel mooi om te weten.
Tilly Gerritsma