Het is een prachtig gezicht als de bladeren van de bomen hun mooie herfstkleuren laten zien. Nog wat zonnestralen erbij en genieten maar. Als de bladeren echter gaan vallen is dat minder prettig.
Een net geveegde stoep ligt voor je het weet weer onder het blad als mijnheer de wind de kop op steekt. En de psyche gedijt vaak ook beter met het zonnetje dan met het frisse, natte en ongezellige weer.
In mijn heerlijke warme bed genoot ik van de regen en de wind die buiten te keer ging. Ik kon er heerlijk op slapen en draaide me nog eens lekker om. Maar toen het in de ochtend nog niet over was vond ik het op zijn zachtst gezegd minder prettig. Ik had behoefte aan comfort food en besloot bij de bakker een heerlijk broodje te halen. Zo af en toe jezelf verwennen, daar is niets mis mee, toch? Soms is mijn discipline ineens verdwenen lijkt het net zoals de blaadjes van de bomen. En zo verdwijnt er wel meer als je wat ouder en wijzer word. Dat laatste houden we erin want alleen ouder worden is minder maar wijzer is wel zo aardig.
Het briefje van vijf wat ik als wisselgeld terug gekregen had op de markt was een erg vervallen soort. Een scheur en een stukje eraf, een zwaar gehavend papiertje. Een kapot plaatje op een grauwig groen blaadje zou je kunnen zeggen. Mijn commentaar dat dit niet het fraaiste exemplaar was wat ik ooit gekregen had leverde natuurlijk niets op maar enfin, ik nam het toch maar aan. Wat een vergissing, dat had ik nooit moeten doen. Bij het kruitvat wilde ik het inwisselen want zo’n lelijk velletje papier paste niet in mijn portemonnee. Er werd telefonisch consult gepleegd wat te doen, een stukje eraf maar ja wel zoveel cijfers of ontbrak er een cijfer? De chef zelf kwam kijken en ik mocht het briefje weer mee naar huis nemen. Verdorie... ‘op de bank kun je het omwisselen’ werd er gezegd. Naar de bank of naar de marktkraam waar ik hem gekregen had? Och, dan maar even naar de bank daar moest ik toch naartoe en dan hoefde ze bij de marktkraam niet zelf te wisselen. ‘Nee mevrouw, kapot briefgeld nemen we niet aan en dan had u ook niet aan mogen nemen’ werd er tegen me gezegd met het bijbekorende vingertje omhoog. Jeetje, ik voelde me zowaar een ondeugend kind. ‘U kunt het wel opsturen naar de Nederlandse bank’ ja, daag... Dan liever terug naar de markt. Bij de kraam vertelde ik dat ik het biljet wat ik zojuist van hen gekregen had, weet je wel- dat kapotte, niet ingewisseld kreeg. Ze nam het direct aan en wisselde het met een ander biljet en vertelde dat ze dit niet begreep want alle cijfers stonden er toch op! Pas later vroeg ik me af hoe ze dat zo vlug gezien en/of geteld had maar ja dat lag wellicht aan mij want ik was niet zo snel. Toen we het geld hadden gewisseld vertelde ik dat ik het ook niet bij de bank had kunnen inleveren en was op dat moment heel blij dat ik het kapotte biljet niet meer in mijn hand had. Weg was weg! Van ruilen komt huilen.
Toch maak ik me nu een beetje zorgen dat het biljet zomaar weer verdwijnt naar een andere klant en dat die dan dezelfde weg moet bewandelen als ik. Maar ik ben een gewaarschuwd mens. Een kapot blaadje ofwel papieren geld, laat ik niet meer in en daardoor ook niet meer uit mijn hand vallen.
Tilly Gerritsma