Het zal velen niet zijn ontgaan: Tongelaar heeft een mooie prijs gekregen! Officieel moet ik ‘predicaat’ zeggen, wat dat ook precies moge betekenen. In ieder geval: wij zijn het 6e Icoonlandschap van Nederland geworden! Tada!
We sluiten aan bij goed gezelschap, met natuurgebieden als Landgoed Staverden, de Texelse Tuunwallen en de Sint Jansberg. We zijn hier met recht trots op; een mooie erkenning van ons harde werk en maar vooral voor Tongelaar zelf. De verborgen parel komt langzamerhand uit haar oester! Nu hoor ik u denken ‘klinkt goed, maar wat in vredesnaam is een Icoonlandschap??’. Dat was ook mijn eerste gedachte toen ik gebeld werd door de organisatie die deze prijs uitreikt (de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap). Het predicaat Icoonlandschap is eigenlijk een soort Nationaal Park-status maar dan voor landgoederen van buitengewone schoonheid. Er zit geen geldprijs aan verbonden en geeft geen extra wettelijke bescherming. Het is meer een manier om gebieden aan te wijzen en in the picture te zetten die nog geheel ‘gaaf’/ intact zijn, en als voorbeeldgebieden kunnen dienen voor landschapsherstel in het omringende gebied. Het ging met nogal wat media-aandacht gepaard, zoals een mooi artikel in de Gelderlander. Er komen straks wel mooie borden te staan die het gebied markeren.
Best fijn om kennelijk een goed voorbeeld te zijn! Wat gaat er dan zo goed op Tongelaar dat we deze veer in de kont verdienen? De organisatie van de prijs zegt daar het volgende over: “Tongelaar is een schoolboekvoorbeeld van een onaangetast agrarisch cultuurlandschap, waar plaats is voor mens, dier en plant die op natuurlijke en duurzame wijze van elkaar profiteren”. Klinkt wederom supergoed, maar wat betekent dat nou weer precies? Hier mijn onbescheiden uitleg. Het organiserend comité is ongegeneerd van mening ‘dat vroeger alles beter was’. Daarmee bedoelen ze: tot aan WO2 bestond het grootste deel van Nederland uit ‘kleinschalig agrarisch cultuurlandschap’. Om snel te begrijpen wat dat is, kan ik het beter hebben over wat het niet is. Na WO2 heeft er een gigantische ‘opruiming’ van het Nederlands landschap plaatsgevonden. Dit nam de grootste vlucht in de jaren ’70 en ’80 en heet de ‘ruilverkaveling’. Percelen werden steeds groter, aaneengeschakeld en ontdaan van alle ‘meubilair’, zoals heggen, solitaire bomen, poelen en andere ‘obstakels’. Dat stond maar in de weg van de steeds grotere, snellere landbouwmachines. Tegelijkertijd nam gebruik van ‘gewasbeschermingsmiddelen’ (jeweetwel: gif) en drijfmest ook een grote vlucht. De natuur, water-en bodemkwaliteit, landschapsschoon holde daarmee achteruit, tot op de dag van vandaag. Het heeft maar een haar gescheeld of Tongelaar was in 1978 hetzelfde lot beschoren geweest. Dat verhaal vertel ik nog wel eens. Op Tongelaar doen we dat dus anders. Hier geen gif, geen beregening, strenge biologische akkerbouw, niet teveel koeien in de wei en we laten speelruimte over voor natuur, zoals akkerflorastroken. We ruimen geen landschapsmeubilair op omdat het handiger uitkomt. Omgekeerd profiteren de koeien van de schaduw en de geneeskrachtige werking van de heggen. De sporenmineralen in onze ‘rauwe’ graslanden die helpen bij pensverzuring door teveel ‘steroïdegras’ ofwel eiwitten. De bodem blijft gezond, omdat we geen drijfmest of gif toestaan en de heggen de schimmels in de bodem voeden. We gebruiken bokashi om bodemleven en structuur te stimuleren. We houden water vast en stelen geen water van de gemeenschap voor eigen doeleinden met beregeningsputten. We spelen niet vals en delen onze omgeving met onze medewezens, zowel mens als dier als plant als schimmel en bacterie, uit welbegrepen eigenbelang. Dat is verre van de roofbouw die we op teveel plekken al te lang zien en normaal zijn gaan vinden, en zijn daarmee dus duurzaam te noemen. Een duur woord maar het betekent eigenlijk vooral: daarmee kunnen we de toekomst in. Dit kunnen we eindeloos doen, niet kortstondig voor winst en gemak maar eindeloos. Dat maakt Tongelaar bijzonder, en daarvoor krijgen we deze prijs. Tongelaar is dus geen echo uit het verleden, maar een voorbeeld voor de toekomst! Bij ons fluiten de vogels, zoemen de bijen, schoevelen de dassen en verdienen mensen daartussendoor toch een eerlijke boterham. Zo kan het dus ook!
Laatste opmerking is een huishoudelijke: op 20 oktober a.s. (herfstvakantie dus) vindt er alweer de 4e editie van het NATUURFEEST plaats bij het kasteel op Tongelaar! Wat mij betreft dit jaar een extra bijzondere editie gezien deze prijs. Kom zelf kijken op Tongelaar hoe mooi het hier is en hoe we dingen doen!
Boswachter Gijs