Zondag 30 maart 2025 zal bij de familie Raaijmakers in Langenboom mogelijk nog lang in het geheugen gegrift blijven staan. In de middag meldt zich een voor de familie vreemde man aan de deur.
Vreemd ook de vraag die wordt gesteld: zegt de datum 4 november 1952 jullie iets? Het is Wim Raaijmakers, die intussen door zijn echtgenote Anita erbij geroepen is, die de link weet te leggen. “4 november 1952, dat is de trouwdatum van mijn ouders.“ Maar dan nog, wat heeft de vreemde man aan de deur daarmee te maken? Als die aangeeft, dat hij een trouwring heeft gevonden, vallen alle puzzelstukjes ineens samen én – meer belangrijk nog – alle op hun goede plaats.
De vreemde man aan de deur is Jaap de Jong. Geboren in Zwolle, jaren in Zwitersland gewoond en nu alweer een hele tijd woonachtig in Cuijk. In de afgelopen tien jaar heeft hij van zijn hobby zijn passie gemaakt. Hij is misschien wel meer buiten dan binnen, want hij steekt veel van zijn vrije tijd in metaaldetectie. Daarvoor struint hij overal velden af met in zijn hand een metaaldetector.
En zo was het dus recent raak op een stuk grond op de Heuf nabij de Schaapsdijkweg in Langenboom. De detector geeft op enig moment een duidelijk signaal af, voor Jaap een teken om de grond eens goed om te woelen. En daar, op een diepte van circa 20 centimeter, ziet een kleinood – voor het eerst sinds jaren – weer daglicht. Het is een gouden ring, met daarin de datum 4-11-1952. Omdat in de ring ook de initialen van twee personen (GMJR en WS) zijn te lezen moet het wel om een trouwring gaan.
Nu is het niet de eerste ring die Jaap gevonden heeft, en zijn ervaring bij het terugbrengen van een eerdere ring bij iemand anders, doet hem in eerste instantie aarzelen of hij nu nog actief op zoek gaat naar de familie aan wie de ring toebehoort. Het is maar goed dat die eerdere negatieve ervaring niet leidend is, Jaap plaatst op diverse plekken online een oproep om hulp.
Maurice Roefs uit Grave ziet de oproep van Jaap en biedt zijn medewerking aan om op zoek te gaan naar de personen achter de initialen. Hij en Jaap wisselen wat extra informatie uit. Met name de vindplaats van de ring is interessant, die is namelijk niet ver weg van de Hooge Raam. En die vormde in vroeger tijden een harde scheidslijn tussen Zeeland en Langenboom. De kans dat er achter een van de initialen iemand uit de voormalige gemeente Escharen schuil gaat is daarmee een stuk aannemelijker dan dat het gaat om iemand van de Zeelandse kant. En het toeval wil dat de familie van Maurice van vaderszijde in dezelfde buurt gewoond heeft. Dat leidt al snel tot het idee dat de letter S bij de initialen WS weleens op de naam Selten betrekking kan hebben. Onderzoek bij het BHIC leidt tot een aannemelijke kandidaat-bruid in de persoon van Wilhelmina Selten, geboren in 1923.
Voor het vinden van een kandidaat-bruidegom moet verder weg gekeken worden. Die komt in ieder geval niet uit Escharen/Langenboom. In de gemeente Uden wordt de geboorteakte gevonden Gerardus Maria Jozef Raaijmakers, geboren te Odiliapeel in 1922.
Op deze twee vondsten wordt voortgeborduurd. Een bidprentje uit 1980 (Gerardus Raaijmakers mocht slechts 57 jaar worden) toont inderdaad aan dat beide personen met elkaar getrouwd zijn geweest. Daarmee ligt een snelle oplossing van Jaaps vraag voor de hand. Die bevestiging wordt een dag later verkregen door het plegen van een telefoontje aan Lies van Limbeek-Meulepas. Zij is betrokken bij de boekenreeks ‘Minse van Langenbôm’ en bevestigt de huwelijksdatum.
Het mysterie is daarmee opgelost, de door Jaap gevonden ring is van Gerardus Raaijmakers. En zo komt het dat Jaap, samen met zijn echtgenote, zondag 30 maart op de bonnefooi naar Langenboom rijdt en bij de familie Raaijmakers aan de Broekstraat aanbelt.
Als duidelijk wordt waarom Jaap aan de deur staat, wordt hij meteen naar binnen gevraagd. Wims moeder leeft nog, bijna 102 jaar oud, maar krijgt het mooie nieuws vanwege haar broze gezondheid helaas niet mee. Het gesprek is desalniettemin geanimeerd en biedt een mooie gelegenheid om oude verhalen op te halen.
Vader Grad, zo vertelt Wim, hielp vroeger de boeren in de omgeving bij het kalveren. In 1962 hielp hij zo ook Nol Hubers, deed daarbij zijn trouwring af om die op een veilige plek neer te leggen. Het lot wilde anders en de ring moet toen in de mestput gevallen zijn. Later, via het uitrijden van de mest is de ring dan terechtgekomen op het stuk landbouwgrond aan de Schaapsdijkweg. Daar – op de Heuf – heeft de ring uiteindelijk zo’n 63 jaar in de bodem verstopt gezeten. Wim weet het nog precies, hij was toen een manneke van 7 jaar.
De familie kan haar geluk niet op. Door de vondst van de ring, een door Jaap de Jong verricht wonder, heeft de familie na tientallen jaren weer een tastbare en tegelijkertijd dierbare persoonlijke herinnering aan hun vader en opa.